nachtelijke infiltraties van Indonesische militai ren in Nederlands Nieuw Guinea. Hierbij was het kunnen verlichten van de vele baaien een vereiste. Deze historische context maakt twee dingen duide lijk. Allereerst was sprake van een escalerend gewa pend conflict met Indonesië over de soevereiniteit van Nederlands Nieuw Guinea. Dit resulteerde in een groeiend aantal infiltraties, zoals bijvoorbeeld in het Boeroe-gebied waar in november 1960 34 infiltranten werden aangeland.3 Ten tweede bevond de maritieme luchtverlcenningcapaciteit van de Koninklijke Marine in Nederlands Nieuw Guinea zich op dat moment op een dieptepunt. Men kon slechts beschikken over 4 R4D-1 Dakota's die onge wapend waren en geen operationele voorzieningen hadden. Deze noties zijn belangrijk om te kunnen begrijpen waarom in Nederlands Nieuw Guinea op het operationele niveau pogingen werden onderno men om de operationele capaciteit van de Dakota te verhogen door 's nachts parachutefakkels af te werpen, waarmee infiltranten konden worden gede tecteerd en zo mogelijk geïdentificeerd. Tenslotte wordt uit de context duidelijk waarom de resultaten van het onderzoek en de bijzonderheden van de ramp met de Dakota niet meteen openbaar werden gemaakt, doch slechts op 'need to know'- basis aan het eigen personeel werden doorgegeven: de vijand keek en luisterde immers mee! Defensie heeft naar de mening van de auteurs wel nagelaten dit dossier te declassificeren, onmiddellijk nadat er geen operationele redenen meer waren het geheim te houden. Hierbij kunnen de volgende fac toren een rol hebben gespeeld en als verzachtende omstandigheid worden aangevoerd: - de kater na het verlies van Nederlands Nieuw Guinea; - de 'waan van de dag' i.e. vooruitkijken en niet omkij ken en - tenslotte het feit dat de nabestaanden niet eerder om opening van zaken hebben verzocht. Het ongeval De bemanning van de Dakota B 079 bestond uit vijf man, te weten le vlieger/vliegtuigcommandant: luitenant ter zee der 2 klasse oudste categorie B. Smits, 2e vlieger: sergeant vlieger R. Mulder, le meccano: sergeant vliegtuigmaker algemeen G.H. Bontius, 2e meccano: korporaal vliegtuigmaker vliegtuigmonteur G.F.G. Immers en boordkonstabel: korporaal vliegtuigmaker konstabel M.H. van de Wiel, allen geplaatst bij het vliegtuigsquadron 321 in Biak. Op 2 januari 1961 heeft deze bemanning 's morgens een dummyvlucht gevlogen ter voor bereiding op het fakkelgooien 's nachts. De nacht vlucht begint om 18.37 lokale tijd (LT) met de start vanaf het vliegveld Boroekoe gelegen op het mari nevliegkamp Biak. Het weer is goed: helder weer, volle maan en weinig wind. De opdracht houdt in: oefening starten en landen bij nacht en het afwer pen van in totaal 26 parachutefakkels. De vliegers zullen in de oefening beurtelings fungeren als le vlieger. De parachutefakkels zijn 's morgens aan boord gekomen en gesjord in de daarvoor bestemde pakkisten, waarbij de fakkels zelf en de tijdbuizen met vertragingscapsules en de bijbehorende veilig heden separaat zijn verpakt. Tussen 19.15 en 19.34 LT worden drie starts en landingen uitgevoerd op Boroekoe waarna wordt geklommen naar 4000 ft voor het afwerpen van de eerste serie parachutefak kels. Rond 19.45 LT worden door diverse getuigen 4 a 5 brandende fakkels waargenomen in de rich ting van Owi. Om 19.58 LT komt het vliegtuig on top van marinevliegkamp Biak op 3500 ft en geeft aan fakkels te gaan afwerpen langs de kust. Het vliegtuig voert de normale navigatielichten en het silhouet is bij tijd en wijle vanaf de grond goed te zien. Om ca. 20.15 LT vliegt de 'Biak 079' op een oostelijke koers evenwijdig aan de kust nabij de marinekazerne Biak waarna 4 brandende fakkels worden waargenomen zuid van de zogenaamde Slotheuvel. Het ontbranden van de 4 fakkels wordt op de grond waargenomen door lichte plofjes. Na het ontbranden van de 4e fakkel wordt op de grond een 5e plofje gehoord, echter zonder dat er een brandende 5e fakkel is te zien. Wel wordt door tientallen getuigen plotseling een vreemd oranje kleurig licht gezien tussen vleugel en staart onder het vliegtuig en een wit roolcspoor. Het lijkt op een zoeklicht dat naar achteren is gericht. Naar de mening van de CVO betreft het een brandende fakkel die uit de deuropening tegen de vliegtuighuid hangt. Het vliegtuig roept even later - de kist is dan te zien in peiling 240° - de verkeerstoren van Biak op: 'Boroekoe Tower, this is 079'; hierbij wordt de zendknop aan boord 10 a 15 seconden ingedrukt gehouden, waardoor de com municatie tijdelijk is geblokkeerd. Onmiddellijk hierna komt de verkeersleider terug met: '079 this is Boroekoe Tower, come in'. Het vliegtuig is inmiddels in peiling 260° en de verkeersleider op de toren ziet een licht aan het vliegtuig als van een fakkel dat in westelijke richting beweegt. De kist komt terug met: 'Roger, fire on board, fire on board, fire on board'. De verkeersleider beantwoordt met: 'Roger fire on board, take every runway you want, over'. Hierna antwoordt het 14

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2011 | | pagina 16