V Een van de meest roemruchte NATO straaljagers van de afgelopen eeuw, is wel de Lockheed F-104 Starfighter. Met bijnamen als Witwenmacher (widowmaker) en raket op wielen, heeft dit toestel regelmatig de vaderlandse pers gehaald met berich ten over ongevallen. Opvallend is dat bijvoorbeeld de Spaanse Luchtmacht, geen enkele crash kende met dit toestel, terwijl de Duitse Luchtmacht veel toestellen verloor (292 van de 916 stuks). Procen tueel bijna gelijk aan Nederland, wat 41 eenzitters en 2 tweezitters van de 138 aangeschafte exempla ren verloor. De KLu F-104's werden gebouwd door Lockheed (18 TF-104G), Fiat (25 stuks) en de rest bij Fokker. De vroege Starfïghters, in dienst bij de USAF, maakten gebruik van een schietstoel die door de vloer van de cockpit schoot (Lockheed C-l). Deze constructie was bedacht, omdat men bang was dat de piloot tegen de staart sloeg. Bij het vliegen op lage hoogte, betekende dit vaak dat de vlieger (te) lang bleef zitten, of na de ejection te weinig tijd had om de parachute te ontplooien. Na het verlie zen van ca. 21 USAF-vliegers op deze wijze, werd de omlaag gaande schietstoel vervangen door een krachtiger exemplaar welke aan de bovenzijde het toestel verliet. Dit was de Lockheed C-2. De meeste export Starfïghters (o.a. in Duitsland, Italië, Grie kenland) werden later uitgerust met een Martin Baker Q7 schietstoel met zero/zero capaciteit. Maar Nederland bleef de C-2 stoelen gebruiken, gefabri ceerd door Lockheed, Fiat en Canadair. Deze kon wel op grond niveau gebruikt worden, maar een minimale voorwaartse snelheid van 90 knopen was noodzakelijk. De C-2 was voorzien van twee 'feet rest' welke schar nierend aan de voorkant waren bevestigd. Daar naast had de C-2 een half ronde ejection hendel tussen de benen van de vlieger. De bovenkant van de stoel was voorzien van een rode hoofdsteun, met daarboven een beugel. Deze beugel kon in noodgevallen de canopy doorbreken. De tweezits uitvoering van de F-104, de TF-104G in de KLu, had een afwijkende voorste stoel, deze was voorzien van twee 'hoorntjes' om mee door de canopy te gaan. Van deze versie heeft het MLM er één in depot (daarbij ook nog een in een TF-104G). De stoel was voorzien van de XM10 rocket catapult met een brandtijd van 0,3 seconden, de hoogte welke werd bereikt was 200 voet. Bij een ejection, werd eerst de catapult geactiveerd tot de stoel boven aan de rails kwam, daarna trad de raketmo tor in werking. Later werd de stoel uitgerust met een rotary actuator voor de man-seat separation. De rotary actuator is een simpel mechaniek, welke onder gasdruk snel de Y-vormige band onder de parachute en stoelcontainer strak trekt. Hierdoor wordt de vlieger uit de stoel gewipt. In de beginjaren, werd nog de oude NB-8 parachute van Amerikaanse makelij gebruikt. De noodzuur- stof zat achter in de stoelcontainer en was met de vlieger verbonden door enkele slangen (high leads of low leads). Later werd deze parachute vervangen door de EFA type 220, de verbinding tussen de zuurstof in de stoel, het toestel en het masker van de vlieger was een Scott 'inline pressure reducer' op het parachute harnas. Later werd de EFA 220 vervangen door de EFA-384/P, waarbij de zuurstof- fles verhuisde naar het parachute harnas. Ook de connector veranderde van Scott naar een CRU-8/P Canopy piereer op de stoel van de TF-104G 21

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2011 | | pagina 23