Vol van
HEFSCHROEF VLIEGTUIGEN
'UITGEVLOGEN' Loe M M Baltussen
Het Hubschraubermuseum ligt
midden in het centrum van
Bückeburg aan de Sablé-Platz.
De Bö-105 ziet men niet over
het hoofd
Luchtvaart: wie van ons heeft er niet iets mee? En met wat dan wel? Velen van ons
hebben specifieke eigen voorkeuren en ambities. Bij de een gaat het om het vliegen,
bij de andere meer om wat er ooit heeft gevlogen. Wat het laatste betreft kennen we
luchtvaartmusea in alle soorten en maten. Zelf heb ik iets met helikopters. Dat komt
waarschijnlijk vanwege mijn doopvlucht. Die vond plaats in een S-58. En zó kom ik met
u midden in de stad Bückeburg, Neder-Salcsen terecht. Met zo'n 20 duizend inwoners
naar Nederlandse begrippen: een groot dorp. Maar wel een dorp met een Museum vol
Hefschroefvliegtuigen dat dit jaar 50 jaar bestaat.
Je moet je altijd groter voordoen dan je bent,
lijkt de gedachte bij het Hubschraubermuseum
m Bückeburg. 'Europa's enige helikoptermuseum'
wordt in enkele publicaties geadverteerd. Dat klopt
voor zover het het vasteland van Europa betreft.
Want in Weston-super-Mare (UK) bevindt zich nog
een helikoptermuseum. Daar vind je historische
en moderne, maar voor ons vooral nostalgische
heli's van Britse makelij. Dat is in Bückeburg
niet anders. Maar het museum aldaar richt zich
voornamelijk op de Duitse helikopter industrie.
En dat is in die omgeving niet erg vreemd. Op het
nabij gelegen vliegveld Achum, sinds 1960 beter
bekend als de Heeresflugplatz Bückeburg, ligt de
Heeresfliegerwaffenschule. Daar worden o.a. vlie
gers en personeel opgeleid voor de helikopters bij
de Bundeswehr. En daar liggen dan ook de wortels
van het enige Hubschraubermuseum in Duitsland.
Grondlegger
Na zijn opleiding tot helivlieger in Fort Rucker,
Alabama in 1959 wordt Hauptfeldwebel Werner
Noltemeyer op Bückeburg geplaatst. In Amerika
raakt hij buitengewoon geïnteresseerd in de
historie van de helikopter en de techniek van
het vertikaal vliegen. Hij begint dan van alles op
dat gebied te verzamelen. Zijn commandant op
Bückeburg stimuleert hem daarin en stelt hem
voor met zijn collectie op de basis een museum
in te richten. Daarmee is Noltemeyer in 1961
de grondlegger voor het Hubschraubermuseum
zoals dat nu, 50 jaar later, nog steeds bestaat. Het
museum op de vliegbasis is behalve voor militairen
alleen toegankelijk voor scholen. Maar het grote
publiek heeft op het militaire terrein jammer
genoeg geen toegang tot het helikoptermuseum.
ms&cHiWBur
26