16
Mijn koppelgenoot op die noodlottige 9 juli was
een vaandrig die niet lang geleden bij het squadron
was geplaatst, dus geen lid van de 'RNMFS' familie
uit de V.S. Hij had al aandacht getrokken door een
paar operaties achter elkaar af te breken wegens
'motorstoring'.
Zoals gebruikelijk zetten wij de actie in vanaf
12.000 voet met een duikbom aanval, na eerst
de 'drop tank' af te hebben geworpen. Dit was de
eerste tank die werd leeg gevlogen want het restant
benzine en damp dat zich daarin bevond, maakte
dat een vijandelijke treffer fatale gevolgen zou
hebben, zodat het standaard procedure was het
ding eerst af te werpen.
Na de duik volgde slechts één 'strafing run' want
een tweede keer terugkomen was natuurlijk vragen
om moeilijkheden, en altijd richting zee: mocht
je dan afgeschoten worden, dan trachtte je in zee
terecht te komen waar hopelijk 'Playmate' je kon
oppikken.
'Playmate' was een Amerikaanse Catalina
vliegboot, die voor dat doel, 'Air Sea Rescue', altijd
mee werd gestuurd als wij op operatie gingen.
'Playmate' was zijn toepasselijke radio roepnaam.
Deze Air Sea Rescue kerels hadden een verdiende
reputatie van LEF met hoofdletters We hebben ze
dan ook menigmaal op een drankje getracteerd in
onze mess.
Wij werden begroet door afweervuur op grote
hoogte, zwarte wolkjes die er wel dreigend
uitzagen, maar voor de kleine snelle jagers weinig
gevaarlijk waren.
Bij mijn P-40 die ik later per parachute moest verlaten
Toch nam de spanning toe tot zelfs een zekere
angst, doch dat ging snel over door de intense
concentratie voor de aanval, hoewel je dan te
maken kreeg met feitelijk veel gevaarlijker klein
kaliber snelvuur, luchtafweer dat in actie kwam
op lage hoogte tijdens de 'strafing run', een ware
kogelregen die wij trachtten te ontwijken door
snelle zigzag manreuvres.
Maar op het laatste moment, als je zelf het vuur
opende met de zes .50's in de vleugels, moest je
natuurlijk korte tijd rechtuit vliegen om zuiver
te kunnen mikken, en dat waren letterlijk de
gevaarlijkste seconden van de gehele actie. En dat
bleek ook nu, overduidelijk. Plotseling voelde ik
een drietal hevige klappen, het vliegtuig begon
te rollen, en het kostte uiterste inspanning om
'm weer overeind te krijgen.. Ook het voetenstuur
schokte hevig - maar de motor draaide nog!
Inmiddels veilig boven zee, wist ik langzaam
wat hoogte te winnen zodat ik de toestand wat
kon overzien. Ik zag dat mijn bakboord aileron
een groot gat vertoonde en één stuk metaal stak
recht omhoog, hetgeen natuurlijk die rolneiging
verklaarde.
Met mijn riem bond ik de stuurknuppel in de
rechter hoek van de cockpit aan een hendel
vast om mijn rechterarm wat te ontlasten en zo
sukkelde ik met mijn trouwe, ijzersterke P-40
richting Biak, mij intussen wel afvragend hoe ik
dit geval veilig aan de grond moest zetten want
onderweg kwam ik 'Playmate' tegen die mij
opgewekt meedeelde:
'Boy, you've gotta hole in yer tail you can drive a
f.coach through!'
Ik kon hem niet eens bedanken voor deze
boodschap want mijn zender bleek de geest te
hebben gegven, maar in ieder geval kon tenminste
iemand van mijn overleven getuigen want mijn
koppelgenoot had ik niet meer gezien vanaf het
moment dat ik mijn aanval begon.
In de buurt van Biak gekomen zag ik tot mijn
ontzetting dat er een forse 'Cunimb', een tropische
regenbui, op mijn weg hing. Daar doorheen vliegen
met mijn 'lame duck' was uiteraard onmogelijk,
en ik besloot er omheen te vliegen, om van een
andere kant te proberen de kust te bereiken, maar
even later begon de motor plotseling te sputteren.
Het bleek dat ook de romptank was lekgeschoten;
dat was de derde klap geweest. Mijn vleugeltanks
waren al leeg dus dit was duidelijk het einde van
de rit. Ik realiseerde mij dat een 'ditch' op zee
zonder motorvermogen een hachelijke zaak zou