Voor de T laatste keer (2) Deze titel gebruikte mijn illustere voorgan ger, Harry Dieters, in juli 1998 voor zijn laatste column in de Nieuwsbrief. In goede herinnering aan hem die de vriendenkring oprichtte en 18 jaar met veel zorgvuldigheid leidde, gebruik ik nu bijna 13 jaar later dezelfde titel, nu met een volgnummer. 1 u oI oen ik het voorzitterschap van hem overnam erfde ik een paar wensen. Zo wilde hij het C.X project weer nieuw leven inblazen nadat het door het debacle van het Fokker concern en de uitstraling daarvan op ondersteunende industrieën in het slop was geraakt. Ook zag hij graag dat de Nieuwsbrief een wat moderner uiterlijk zou krijgen. Uit de leden kwam de wens wat meer en vaker bij het museum betrokken te worden dan bij de jaarlijkse vriendendag. Het was mij een genoegen om die wensen te vervullen. Met geld uit de museumwinkel en door de ondersteuning van Fokker enthousiasten die het Aviod(r)ome met leedwezen uit het Amsterdamse zagen vertrekken en een nieuwe uitdaging in de C.X vonden en door inschakeling van de werkplaats van het MLM kwam de C.X weer op gang. Hans Berfelo gaf de Nieuwsbrief een nieuw aanzien en creëerde de Spinner. Rein Zeijlemaker zette, ondersteund door de Directeur MLM, de vriendenavonden op die nog steeds in trek zijn en waarin Gerard van Putten veel werk steekt.. Zelf had ik als wens om, nu kort voor mijn aantreden het Luchtmachtmuseum door de inzet van Hans van der Kop en Kees Merkelbach was uitgegroeid tot Militair Luchtvaart Museum die trend te versterken, waarbij allereerst het MLD karakter om nadruk vroeg. De opvolging van Hans van der Kop in het bestuur door de ex Vlagofficier Marine Luchtvaart Dienst Rein Zeijlemaker bood de kans hem dan meteen tot Vice Voorzitter te benoemen. Ook werden "donkerblauwe" sprekers gevraagd voor de vriendendagen: Ruud Idzerda, Eric "Winkle" Brown. Bij de nieuwe projecten van de SVMLM kwam de nadruk te liggen op vliegtuigen, die zowel met Nederland en Nederlands Indië als met de Marine Luchtvaart Dienst binding hadden. Niet vreemd voor een voorzitter die in zijn diensttijd bij de KLu toch even had mogen ruiken aan de Koninklijke Marine en het laatste restje Nederlands Indië. Ook de museumwinkel kon mijns inziens een facelift gebruiken, qua zowel infrastructuur als assortiment. Dat lukte na enige tijd wonderwel met een luxe probleem tot gevolg. De toch al aardige revenuen liepen op en deze voorzitter van een "algemeen nut beogende instelling", zoals dat later ging heten, moest dat geld wél gaan besteden, anders dreigde een belastingaanslag. Kleine aankopen voor het museum, maar ook uitbesteding van werk om de projecten C.X, FK 51, Brewster Buffalo, Curtiss Hawk te realiseren boden uitkomst, dank zij de hulp van René d'Hollosy, Gerard Casius, Harry van der Meer, Ton de Vries en later ook Hans Berfelo. Ook bood dat de mogelijkheid om -gelukkig tegen een vriendenprijsje- te onderzoeken of berging van Fokker watervliegtuigen uit de Kali Brantas in Indonesië tot de mogelijkheden behoorde. Helaas liep dat op niets uit, maar het zou onverantwoord zijn geweest deze unieke kans om een stuk nationale industriële en militaire luchtvaartgeschiedenis boven water te krijgen niet aan een nader onderzoek te onderwerpen. Ook op ander financieel terrein werd vooruitgang geboekt: BTW afdrachten en vrijstelling van schenkingsrecht (bedankt Paul Moreu), bovendien financieel jaarverslag en begroting (bedankt Rein Zeijlemaker en Bert Remkes). Zelfs ontstonden een toekomstvisie en beleidsplan, waarin ook ingegaan wordt op de toekomstige ontwikkelingen met het Nationaal Militair Museum. Toen de eerste tekenen van een samenvoeging

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2011 | | pagina 3