van MLM en LWM zich voordeden (2001) heb ik
contact gelegd met de Voorzitter van de Vrienden
van het Legermuseum. Later, toen de plannen
daarvoor weer beter vorm kregen, is dat contact
weer geactualiseerd en vanwege de gewenste
continuïteit in handen gelegd van Vice Voorzitter
en Penningmeester.
Met de projectorganisatie van het Nationaal
Militair Museum werd vroegtijdig contact gelegd,
dat tweemaal per jaar wordt voortgezet in
aanwezigheid van het College van Advies.
Geruchten dat men bij het Aviodrome overwoog
bezittingen te gelde te maken, zetten mij aan om
onverwijld contact te leggen met de voorzitter
van de Fokker Heritage Trust om zeker te stellen
dat indertijd bij de steunverlening aan die Trust
overeengekomen voorwaarden zouden worden
nagekomen. Het ging hier voornamelijk om de
permanente tentoonstelling van de Fokker D.VII in
het MLM. Uiteindelijk heeft dat, zij het na geruime
tijd en een aantal "omtrekkende bewegingen",
geleid tot de definitieve plaatsing van dit pronkstuk
in de collectie van het MLM.
Bij enkele gelegenheden deed zich de kans voor
onze Stichting wat meer voor het voetlicht te
brengen. Ondertekening van de overeenkomst
met Cdre b.d. John Vermeulen (inmiddels 95 jaar
jong) bij zijn riante donatie voor het FK 51 project,
oplevering van de eerste fase daarvan vorig jaar,
overdracht van de Brewster Buffalo en ons 25 jarig
bestaan kregen journalistieke aandacht, niet in het
minst door de goede voorbereiding door onze PR
man Loe Baltussen.
Dat de grotendeels door de Stichting bekostigde
jubileumtentoonstelling, waarin op mijn verzoek
de mens in de luchtvaart centraal werd gesteld en
die zich uiteindelijk tot de rol van de jachtvlieger
moest beperken, aanleiding zou vormen tot een
nu al meermalen gehouden "Pilots call" en van
daaruit tot een gedenkteken voor omgekomen
vliegtuigbemanningen op Soesterberg leidde, kon
ik toen niet bevroeden.
Plannen om de industrie meer bij het museum
te betrekken liepen, ondanks de inzet van Thom
Bierman, vast op de verminderde activiteiten in de
vliegtuigsector.
Maar een voorzitter is niets zonder een goede
secretaris. Dus denk ik met veel dankbaarheid terug
aan de steun van Henk de Jong, Maurits Botma en
Gerard van Putten.
Evenzo heb ik veel steun en goede adviezen
mogen krijgen van de leden van ons College van
Advies, waarin tussen ondermeer professoren met
emeritaat en ex bevelhebbers KLu, Martin Schröder
al die tijd als plechtanker fungeerde.
Het was een genoegen om in die bijna 13 jaar al
die genoemde zaken voor elkaar te krijgen met
de hulp van een bestuur dat de zaken functioneel
oppikte en dat parallel aan de enthousiaste
inzet van museumstaf en vrijwilligerskorps,
waarbij de museumwinkel "de Brik" voor het
hoognodige financiële vlees op de botten van de
vriendenstichting zorgde. Dit dankzij de inzet van
het echtpaar van Steijn, de heren van Milligen en
van Toren en de grote schare vrijwilligers, waarvan
mij vooral mevrouw Luikinga als constante
factor voor ogen staat. De prettige en open
verstandhouding met de Directeur van het MLM
versterkte dat genoegen.
"Cool", zegt men nu om in zo'n ambiance je werk te
doen en soms ook (mijn vrouw Loekie weet daarvan
mee te praten) je hart weer eens sneller te laten
kloppen. Overigens zorgde zij ervoor dat dat geen
overbelasting werd en zette me weer met beide
voeten op de grond.
De vrienden dank ik voor het in mij gestelde
vertrouwen en de ruimte die ze mij en het bestuur
gaven. Daarbij hoop ik dat de vriendenkring
het museum op handen blijft dragen, óók in de
komende conversie naar het Nationaal Militair
Museum. Denk daarbij nog eens aan ledenwerving
en aan de cadeaubon voor een jaar lidmaatschap
van onze Stichting.
Het ga u goed en als laatste wens: MLM en SVMLM:
"United we fly!
F.P. Schulte
PS. Bovenstaande had ik al voor de vriendendag
geschreven. Met de herinneringen aan die voor
mij zo bijzondere dag op 26 maart nog vers in het
geheugen dan toch nog een kleine toevoeging.
Al die loftuitingen, mooie cadeaus en zelfs een
erevoorzitterschap brachten me toch wel goed van
mijn stuk. De persoonlijke en hartelijke ontmoetingen
met vele vrienden en museummedewerkers daarna
deden me veel goed en brachten me weer terug naar
waar het allemaal om gaat: een goed contact van mens
tot mens in een vriendenkring die, zoals ik die dag
ook zei, aanvoelt als een warm bad. Nogmaals mijn
hartelijke dank, het was gewoon te gek.