Duitse militairen borgen het lichaam van de vlieger en begroeven het (17 mei 1940) in de duinen bij hotel Duinoord
Fotocollectie: MLM
de vliegers van de lste J.A.V.A. gestart. Hierbij was ook
aanwezig de Wachtmeester-vlieger J. van Zuijlen. Nabij
Noordwijk heb ik toen een luchtgevecht gehad met een
viermotorig vijandelijk vliegtuig. Bij IJmuiden had ik
evenwel reeds opgemerkt dat nog een D 21 mij op grote
afstand volgde. Deze kon mij echter niet inhalen, omdat
ik zelf vol motor vloog.
Na het afschieten van het viermotorige vliegtuig had
ik geen munitie meer en ben toen laag langs het strand
teruggevlogen om te trachten Schiphol te bereiken, wat
mij gelukte. Boven het vliegveld Valkenburg wemelde
het echter van vliegtuigen, wat denkelijk vijandelijke
zijn geweest. De wachtmeester Van Zuijlen kennende als
een jong en zeer enthousiast vlieger, vermoed ik dat hij
zich, ondanks de grote overmacht, tussen de vijandelij
ke vliegtuigen heeft begeven om te trachten er een van
neer te schieten. Dit is hem echter noodlottig geworden.
Wachtmeester van Zuijlen is met zijn vliegtuig gevon
den in de duinen van Wassenaarse Slag.'
(Diezelfde Hateboer verstrekte Jaap van Zuylen
op 26 april een prachtig versierde verlofbrief in
verband met zijn huwelijk op 24 april 1940 namens
de 'Witte Muizen'.)
Naast bovenstaande brief bevind zich in de col
lectie van het CRASH museum verder een brief van
30 mei 1948 die is geschreven door de man die het
lichaam van Jacky met zijn Fokker DXXI '223' in de
duinen vond. Hij beschrijft daarin hoe hij daarna
pogingen heeft gedaan om de familie Van Zuylen
te vinden. In 1948 komt hij dan eindelijk met hen
in contact. De heer P. van Itersen uit Oegstgeest
schrijft in op 30 mei 1948 aan weduwe Lena van
Zuylen-Lammers:
'Uw schrijven van 29.3 aan mijn vriend v.d. Oever werd
mij gisteren ter hand gesteld, en hij verzocht mij U te
antwoorden op Uw schrijven: De week voor Pinksteren
vertelde v.d. Oever mij dat hij naar Kampen ging naar
zijn ouders. Ik vroeg hem toen of hij daar misschien een
familie Van Zuijlen kende waarop hij bevestigend ant
woordde. Ik vertelde hem het hele geval wat ik beleefd
heb met Uw man en verzocht hem even aan te gaan bij
genoemde familie, met gevolg nu uw schrijven.
Nu Mevr, het is zoo zoals ik het U schrijven zal gegaan.
Op een dag in Mei 1940 eenige dagen na de kapitulatie
wandelde ik met een vriend van mij in de duinen tus-
schen Katwijk en Scheveningen, toen kwam er een oude
heer op ons af en deelde ons mede dat er een vlieg
tuig in een groot dal op (afgezet) gebied geheel in de
eenzaamheid op grote afstand van de bewoonde wereld
lag en hij dorst er niet heen te gaan. We gingen er dan
dadelijk op afmijn vriend en ikzelf en vonden het wrak
wat daar reeds eenige dagen gelegen moet hebben. Het
was een Fokker jager (z.g. snel model); geheel vernield,
21