11 met temperaturen van 30-35°C. en een vochtigheidsgraad van 80%. Kortom, er was heel wat werk aan de winkel voordat MacDonald een opera tioneel veld genoemd kon worden. Het 18e Squadron NEI begon met 15 crews, verdeeld in 5 flights. De flights zijn genummerd en elke flight heeft een flight commander (vluchtcomman- dant). In het Nederlands wordt flight vaak vervangen door patrouille, zodat vaak gesproken of geschreven werd Noodlanding over bv. 'patrouille Jansen' of 'pa trouille Winckel' naar de naam van de vluchtcommandant. De eerste operationele vlucht werd gemaakt door de tweede patrouille onder commando van Lt. Winckel. Een offensieve verkenning rond de Tanim- bar eilanden tussen Nieuw Guinea en Australië. Al gauw bleek de MacDonald strip niet de juiste basis te zijn met betrekking tot het vliegbereik van de B-25 ten opzichte van de vijandelijke doelen in dat gebied. Het vliegbereik eiste een tussenlanding op Darwin voor een bijvulling van brandstof om de Japanse doelen te kunnen bereiken en om terug te komen na een eventueel luchtgevecht met vijande lijke jagers. Dit noodzakelijke oponthoud vergde veel frustratie bij het vliegend personeel en onnodige energiever bruik, die men echt nodig had voor de luchtgevech ten boven vijandelijk gebied. Op 31 januari verloor het 18e haar eerste vliegtuig als gevolg van benzinetekort. Het vliegtuig moest een noodlanding maken op het strand van Melville eiland voor de kust van Darwin. Tussen januari en april 1943 verloor het squadron tijdens operaties 3 vliegtuigen door sterke vijande lijk jagerverdediging en vijandelijk luchtafweerge schut vanaf het eiland Timor. De verliezen aan Nederlands personeel: 7 vliegers, 3 telegrafisten en 3 boordmonteurs-schutters. Maar ook werd veel materiële schade opgelopen. Bovenop dit verlies aan personeel, materieel en effectiveness, bestond een ander groot probleem: namelijk het vliegbereik van de B-25, zoals eerder genoemd. Er ontstond een meningsverschil met de Australi sche Air Officier Commanding (AOC) en dit kwam niet vlot tot een oplossing. De Australiërs bleven de op het strand van Melville island. Lt Winckel en zijn crew. B-25 een meerwaarde geven die ze in feite niet had. Steun van het KNIL HK te Melbourne in het zuiden kreeg men niet ondanks de vele rapporten en aanbevelingen. Kan het ook anders bij de Nederlan ders??? Slechts na lang, intensief en empirische bewijs voering door Nederlandse deskundigen die uit de US werden overgevlogen gelukte het de RAAF te overtuigen dat: a. Het 18e op een ander veld dat dichter bij de front lijn was moest worden gelegerd b. De B-25's zwaarder te bewapenen conform de Amerikaanse standaard, gezien de ervaringen die de USAAF heeft gehad tijdens de operaties in het Nieuw Guinea gebied. wordt vervolgd

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2012 | | pagina 13