7
De vraag kan worden gesteld hoe het moge
lijk was om pal na de capitulatie van Neder
lands lndië een squadron op te richten in
een vreemd land. Met in het achterhoofd te weten
dat er voorschriften bestonden dat evacuatie van
militair personeel van het KNIL in het algemeen
niet was toegestaan
Als antwoord hierop moeten we teruggaan naar het
jaar 1941.
In april van dat jaar heeft de Nederlands Indische
regering bij de Amerikaanse industrie een bestel
ling gedaan van o.a. 162 North American B-25
medium bommenwerpers van het type B en C.
Deze bestelling werd akkoord bevonden door de
Amerikaanse regering maar de levering zou pas
eind 1942 en in 1943 plaats vinden.
We weten nu dat de oorlog in de Pacific op 7 decem
ber 1941 was begonnen met de onverwachte Japanse
aanval op de Amerikaanse vlootbasis Pearl Harbor
in de Hawaï archipel.
Dat betekende dus voor ons in Nederlands Indië dat
wij de vijand met verouderde vliegtuigen moesten
bestrijden. Daarom werd getracht het bestelde en
betaalde materiaal w.o. de B-25 bommenwerpers
zo snel mogelijk naar het Indische gevechtsfront te
krijgen met de (naïeve) overtuiging dat het vliegend
personeel zo maar van de verouderde Glenn Martin
bommenwerper in een gloednieuwe North Ameri
can B-25 kon stappen, om met dit nieuwe vliegtuig
meteen het gevecht in te gaan.
Gezien de snelle Japanse opmars in zuidelijke rich
ting van de Pacific was de urgentie voor nieuwe en
betere vliegtuigen dermate hoog, dat het Neder
lands Indische Gouvernement tot twee maal toe het
verzoek bij de Amerikanen deed om de prioriteit te
De North American B-25 Mitchell bommenwerper.
verhogen om tot een spoedige aflevering te komen.
Het tweede verzoek werd zelfs persoonlijk gedaan
door de Lt. Gouverneur Generaal dr. Van Mook, die
in december 1941 te Washington was voor bespre
kingen met de Amerikanen.
En inderdaad, de Amerikanen waren overtuigd van
deze noodzaak en zegden toe dat 60 B-25's zouden
worden overgevlogen naar het Nederlands Indië, zij
het dat deze vliegtuigen uit de Amerikaanse voor
raad zouden worden gehaald, omdat de Nederland
se aankoop nog moest worden gemaakt.
Langs twee routes zouden deze vliegtuigen door
Amerikaanse ferry-crews worden overgevlogen en
op twee afleverplaatsen worden overgedragen aan
de Nederlanders.
Deze plaatsen bevonden zich beide op gebieden
waar nog geen oorlogshandelingen plaatsvonden.
De Amerikanen vonden het te riskant om deze ferry
crews naar Java door te laten vliegen.
Aldus werden twee detachementen gevormd,
bestaande uit vliegtuigbemanningsleden van vlieg-
groepen die reeds in de luchtoorlog waren betrok
ken, maar zich moesten terugtrekken naar gelang
de offensieve vorderingen van de vijand. Deze
detachementen werden naar de bestemde plaatsen
gevlogen met transportvliegtuigen van de ML.
Op Archerfield, het vliegveld te Brisbane kwamen
de eerste vliegtuigen enige dagen voor de capitula
tiedatum van Nederlands Indië aan. Te Bengalore
enige dagen daarna.
Maar van meteen wegvliegen met deze nieuwe bom
menwerpers naar het gevechtsfront op Java was ab
soluut geen sprake! Bovendien, deze late aflevering
maakte, dat beide detachementen niet meer terug
konden keren naar Java en een lang
verblijf in het buitenland op hen stond
te wachten.
Het moet voor de ML-ers te Brisbane in
Australië een vreemde gewaarwording
geweest zijn, een vliegtuig te zien dat
zo verschilde van wat zij tot dan toe
kenden. Het moet tevens een desillu
sie zijn geweest toen zij beseften dat
dit toestel niet zo maar kon worden
overgenomen en dat zij eerst enige
tijd moesten verdoen met het leren
kennen van deze nieuwe machine, al
vorens zij ermee konden vliegen, laat
staan te opereren tegen de Japanners.
Het was een 'vreemde vogel', met
een neuswiel en doorgeknikte korte