Oorlog
18
De inrichting van de Oude Luchtvaarthal
is haast klassiek te noemen. Er lijkt niets
te zijn veranderd sinds de inrichting van
de expositie in 1925. Midden voor de Grade
Eindecker, links daarvan de Blériot-XI.
Achter de Grade hangt de Wright Type-A
en op de grond staat een grote Rumpler
C.IV met daarvoor Otto Lilienthal en zijn
Normalsegelapparat. Alle vliegtuigen in
deze hal zijn originele exemplaren. Behalve
de Fokker Dr.1 rechts.
Aanvankelijk maakte ook een Fokker D.VII deel uit van deze collectie. In elk geval tot eind jaren '70.
Dan wordt deze D.VII in een langdurig project gerestaureerd. Als bondskanselier Helmut Kohl op 6 mei 1984
de expositie opent in de Nieuwe Luchtvaarthal, past de D.VII niet meer in de expositie van pre-1918
vliegtuigen. Daarmee verliest deze Fokker, die destijds onder de registratie D-20 bij de Nederlandse Marine
luchtvaartdienst heeft gevlogen, zijn pregnante plaats in het Deutsches Museum. Na een uitstekende
staat van dienst werd de D-20 in 1939 op Schiphol in depot gehouden voor de oprichting van het
Nationaal Luchtvaartmuseum. Bij een bezoek van Luftwaffe bevelhebber Goering, die tijdens de
Eerste Wereldoorlog zelf D.VII heeft gevlogen, is opdracht gegeven de Fokker over te brengen naar Berlijn.
Daar werd de Nederlandse D.VII toegevoegd aan de collectie van de Deutsche Luftfahrt Sammlung (DLS)
die dan is gevestigd nabij de Lehnte Bahnhof in Berlijn, toentertijd het grootste luchtvaartmuseum
ter wereld. In 1948 is de D-20 terecht gekomen bij het DM. Tegenwoordig staat de D.VII in de dependance
in Oberschleitëheim.
Ferdinand Graf von Zeppelin en na hem ook Hugo
Junkers (1859-1935) zijn bepalend geweest voor de
groei van de collectie in de jaren dat zij voorzit
ter zijn geweest van het Deutsches Museum. Rond
1930 is de luchtvaart collectie al zó groot dat men
overweegt opnieuw de Schwere Reiter kazerne te
gebruiken voor tentoonstellingen. En nog afgezien
van een verdere uitbreiding van de infrastructuur,
blijft de collectie zelfs nog tot in de Tweede Wereld
oorlog doorgroeien. In 1941 weet het museum zelfs
nog een state-of-the-art Heinkel He-112 aan de verza
meling toe te voegen. Naarmate men in Duitsland
zelf meer en meer met de gevolgen van de oorlog
te maken krijgt, kan ook de museum directie niet
langer om de toenemende luchtdreiging heen. In
1942 worden de Wright-tweedekker, de Grade en de
Etrich-Rumpler gepreserveerd en uit de tentoonstel
ling gehaald. Nog meer houten vliegtuigen met lin
nenbespanning op vleugels, romp en roeren worden
ontmanteld en opgeslagen in bomvrije ruimten. Als
bij de bombardementen van 1944 talrijke museum
stukken worden beschadigd of vernield, wordt het
museum in juli van dat jaar gesloten. In december
1944 wordt de luchtvaarthal volledig vernield
tijdens het zwaarste bombardement dat München
heeft gekend. De originele Junkers F13 en de
Dornier Wal van de Noorse Noordpoolvorser Roald
Amundsen worden daarbij compleet vernield. Van
de 800 dan nog aanwezige objecten zijn er slechts
50 behouden gebleven.
Wereldwijd behoort deze 2-persoons Wright Type-A tot een
van de meest kostbare historische museumvliegtuigen. Het
is de enige originele Wright van dit type die bewaard is
gebleven. Orville Wright bracht dit vliegtuig naar Europa
en vloog ermee in Berlijn in 1909.