5 In de zeventiger jaren beschikte de MLD nog over twee types helikopters, de Agusta Bell 204B (sinds 1962 in dienst) voor de search and rescue (SAR), mariniersoperaties en transporttaken en de Wasp. Er werd een plan opgezet het hefschroefvlieg- tuigenbestand bij de KM te standaardiseren. De nieuwe helikopter moest tenminste geschikt zijn voor onderzeebootbestrijding, oppervlakteverken ning en SAR. De keuze viel op de Westland Lynx. De KM bestelde er 24 in 3 varianten, 6 UH-14A voor SAR, transport e.d., 10 SH-14B voor onderzee bootbestrijding en 8 SH-14C die werden uitgerust met gesleepte MAD detectie apparatuur tegen onderzeeboten. (MAD detecteert verstoring van het magnetisch veld dat kan wijzen op aanwezigheid van een onderzeeboot onder water). Voor de fregat ten betekende de Lynx een forse vergroting van de operationele capaciteit. De Lynx kreeg een bijzondere bemanningssamen stelling; er werd gekozen voor het single-pilot concept. Dit was voor een dipping boordhelikopter met dag- en nacht operaties uniek in de wereld. De linker vliegerstoel werd ingericht voor een officier waarnemer met de taak van tactical coördinator. Achterin was een plaats ingeruimd voor de sensor operator voor bediening van de sonar. Dit concept bleek zo succesvol dat de nieuwe helikopter, de NH-90, op de zelfde wijze gaat opereren. van de vloot kon worden voldaan. Er waren vaak te weinig helikopters en bemanningen beschikbaar voor de schepen en de training en opleiding van vliegend personeel stagneerde. Om de vliegoplei- ding toch nog enige voortgang te laten maken zijn tijdelijk twee civiele helikopters gehuurd; een hiervan had vliegeigenschappen die overeenkwa men met de Lynx. Ze waren niet geschikt voor boordoperaties. Aan de beperkte inzetbaarheid moest iets worden gedaan. Hiervoor is in de jaren 80 gewerkt aan 2 verbeteringen. Ten eerste werd besloten de Lynx verder te standaardiseren, zodat alle toestellen voor alle voorziene taken inzetbaar werden. Als tweede is de Full Mission Flight Trainer (FMFT) ont worpen voor de Lynx. CAE Aviation Training and Services te Montreal werd gekozen als producent. De FMFT kwam redelijk met de realiteit overeen. Tot op zekere hoogte was hij vlieguur vervangend. Dat is efficiënt maar ook effectief gebleken; de opleidingen konden voor een groot deel gestaag doorgaan onafhankelijk van de status van de vlieg tuigen. Een trainer van deze aard voor helikopters bestond niet. CAE heeft in feite een nieuw product moeten ontwerpen, een grote uitdaging. Hierin zijn ze goed geslaagd. Ook hier heeft de Lynx weer geleid tot een uniek product in de wereld. Van de trainer werd mede gebruikt door Duitsland, Noor wegen en Denemarken. Door de standaardisatie en de FMFT is de inzetbaar heid van de Lynx aantoonbaar vergroot. De Agusta-Bell (I)UH-1B, aangeschaft voor dienst in Nieuw Guinea, later o.a. gebruikt voor Search and Rescue taken. De Lynx is een prima vliegtuig met goede vliegei genschappen. Helaas is hij nogal storingsgevoelig gebleken. Voorts was de keuze van drie soorten A, B en C niet erg gelukkig. De combinatie van deze twee factoren had een beperkte inzetbaarheid tot gevolg waardoor niet aan de operationele eisen De Westland SH-14D, de definitieve configuratie van de MLD Lynx. In 1985 werd verwacht dat de nieuwe Helikopter, de NH-90, eind van de 20ste eeuw operationeel zou zijn. Het project zou goed aansluiten bij de indienststelling van de nieuwe M-fregatten. De

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2012 | | pagina 7