10
Mijn bezigheden in het nieuwe jaar 1953 begonnen
met proefvliegen van de helikopter, die inmid
dels tijdens een reis met de Karel Doorman naar
Curasao in 1952 de bijnaam Jezebel had gekregen..
Jezebel was net weer uit onderhoud gekomen en
had tevens wat modificaties ondergaan. Geen
moment te vroeg overigenswant in de nacht van
31 januari op 1 februari werd ons land getroffen
door de ergste watersnoodramp in eeuwen, waarbij
uiteindelijk 1836 mensen zijn verdronken.
Zondag 1 februari werd ik 's ochtends vroeg uit Val
kenburg gebeld met het bericht dat er in Zeeland en
in Zuid-Holland dijkdoorbraken waren gemeld, en
dat het dienstig leek om met Jezebel, nog steeds de
enige helikopter in Nederland, te gaan kijken of wij
konden helpen.
Vanwege de zware storm konden wij er helaas niet
meteen op af, want Jezebel kon die sterke windsto
ten niet verwerken. Ik heb het nog wel geprobeerd
door op te starten in een hangar, maar zodra de
rotorbladen buiten de bescherming van de hangar
kwamen, begonnen ze zo hevig te zwiepen dat de
kans bestond dat zij de staart zouden raken, zodat
ik mijn poging direct moest opgeven om beschadi
ging te voorkomen. De rest van de zondag zijn wij
in afwachting op het vliegkamp gebleven, maar
op de meteo-afdeling konden wij zien dat het weer
niet verbeterde. Ook druppelden langzaam wat
verwarde berichten omtrent de ontwikkelingen
in Zuidwest Nederland binnen, die niet veel goeds
voorspelden.
Maar maandagochtend 2 februari gingen wij in
alle vroegte op weg naar Zeeland. Wij hadden niet
veel informatie, wel dat het goed mis moest zijn.
Ik had als helper Taco Mulder - van mijn Sea Fury
stuntteam - meegenomen, op zijn eigen verzoek
overigens, hoewel hij nog nooit in een helikopter
had gezeten. Maar onderweg gaf ik hem de nodige
aanwijzngen. Jaap Schwartz ging met de mecano's
sergeant Bogert, die inmiddels Visser had vervan
gen, en vliegtuigmaker van den Berg - bestemd als
Jaap's helpers - met de auto naar de luchtmacht
basis Woensdrecht, waar wij onze basis zouden
hebben. Het plan was dat Jaap en ik en onze helpers
elkaar zouden aflossen iedere keer dat er getankt
moest worden, zo ongeveer om de drie uur. Toen
Taco en ik bij Hoek van Holland waren aangeko
men, konden wij onze ogen niet geloven:. Er was
niets te zien behalve water, met hier en daar een
paar boomtoppen en daken, waar wij al gauw men
sen op zagen zitten. Later bleek dat Oude Tonge te
zijn, maar wij konden ons toen nog niet oriënteren
r
Vanuit de Jezebel, niets dan water. In de verte is nog net de
stompe toren van Zierikzee te zien
Jezebel was uitgerust met een lier, die helaas niet
meer dan 100 kg kon torsen. Bovendien liep de
kabel vast na de derde redding, zodat wij terug
moesten naar Woensdrecht voor een bliksemrepa-
ratie. Aan het einde van de lier zat een forse haak
waaraan de lus van een zwemvest was bevestigd,
dat de te redden persoon moest aantrekken. Het
bleek alras dat dit niet voldeed, want sommigen
wisten niet wat met dat vest te doen. Eén jonge
vrouw hesen wij zelfs op terwijl zij zich er slechts
aan vast had geklampt - heel riskant. Overigens
moet dat voor velen een bijzonder angstige ervaring
zijn geweest. Niemand had toen nog ooit een heli
kopter gezien, het apparaat maakte een hels lawaai
en veroorzaakte een stormwind als het boven hen
hing. Overigens was daar het feit dat de toenmalige
helikopter weinig reserve-vermogen had, zodat
sommige geredden, vaak met zoveel mogelijk
kleding aan tegen de kou, en soms nog doordrenkt
met water ook, het hefvermogen zwaar op de proef
stelden. De ironie van de situatie was wel dat juist
de nog steeds zeer harde wind goed van pas kwam
want bij het stilhangen, hetgeen het meeste ver
mogen vergt, trachtte ik altijd het toestel tegen de
wind in te houden, wat extra lift betekende.
Ik kan mij voorstellen dat de achterblijvers wat on
gerust waren of wij hen nog wel terug zouden vin
den, nadat wij de gelukkigen in Zierikzee of elders
hadden afgezet. Over het algemeen ging dat met
behulp van horloge en kompas wel goed, al was het
ontzettend lastig je visueel te oriënteren, want door
die onafzienbare watervlakte had je nauwelijks
herkenningspunten. Wij vlogen letterlijk van dak
tot dak en onderweg zag je wel ofje iemand tegen
kwam, vaak zwaaiend met witte lappen. Ik herin
ner mij dat wij soms mensen in een heel penibele
situatie en letterlijk in doodsnood zagen, terwijl wij
er al twee aan boord hadden. Wij hoopten maar dat
wij op tijd terug konden komen, maar een enkele