13
Ontvangst op Paleis Soestdijk met de helikopter bemanningen na de watersnood, 17 februari 1953
prinsesjes ons stond op te wachten. Trémarie kon er
nog nét bij!
De ontvangst, ook door Hare Majesteit, was al
lerhartelijkst, en wij stonden al lang met een glas
sinaasappelsap in de hand toen de rest van het ge
zelschap arriveerde, geleid door een boze adjudant,
die overigens niets meer dorst te zeggen. Bogert,
die per auto was gekomen, en ook een hand van de
Koningin had gekregen, fluisterde mij toe: 'Deze
hand was ik voorlopig niet!'
Eén zeer geïnteresseerd lid van de hofhouding was
de Chef van het Militaire Huis van de Koningin,
de hoogste militaire functie aan het hof, Vice-Ad-
miraal N.A. Rost van Toningen. De admiraal hield
altijd zijn hoofd een beetje scheef als gevolg van
een nekschot, gelost door een verzetsstrijder die
hem abusievelijk voor de 'foute' Rost van Toningen
had gehouden.
In een overmoedige bui vroeg ik de admiraal waar
hij woonde, en of er een veldje bij zijn huis was.
Gelukkig bleek hij niet in Groningen of zo te wonen
maar in Haarlem, dus niet ver van Valkenburg, en
tevens lag er een weiland tegenover zijn huis.
'Zullen wij U dan thuis brengen, Admiraal
Daar was de admiraal meteen voor te vinden, en zo
gebeurde het dat wij ons na afloop van de ont
vangst met onze enthousiaste passagier richting
Haarlem spoedden door de inmiddels nog dichter
geworden mist. Eénmaal vlogen wij zelfs onder de
hoogspanningsleidingen door om maar niet het
contact met de grond kwijt te raken, want echt
blindvliegen met een helikopter was (toen) nog niet
aan te raden, ondanks mijn eerder door de Rijks
Luchtvaart Dienst toegekende 'bevoegheid'! Maar
door de spoorlijn van Utrecht naar Amsterdam te
volgen, vonden wij zonder problemen Haarlem,
en op zijn aanwijzingen het huis van de admiraal.
Even een rondje boven het huis om zijn echtgenote
te waarschuwen, en toen zetten wij hem af op het
weilandje. Direct daarop startten wij weer, nage
wuifd met een admiraalspet.
Dat de muis een staart zou hebben was wel te ver
wachten. De volgende dag stond er een marechaus
see voor mijn neus, die informeerde wat wij daar
hadden uitgevoerd. Met een luchtvaartuig mocht je