IWS
Als in een circuspiste
Exper imentals
20
na het vertrek van de Amerikanen in 1973 langzaam
in verval. Als de Heeresflieger in 1981 het veld verlaten,
bepleit het Deutsches Museum met succes het terrein
en de gebouwen te behouden als dependance. De
Junkershalle wordt dan gehuurd als opslaglokatie.
Op aandringen van het museum stemt de Beierse
regering in 1983 ermee in het gehele terrein onder
toezicht te stellen van monumentenzorg. Daarmee
wordt restauratie mogelijk van de bestaande bebou
wing en passende nieuwbouw voor het museum. In
september 1992 worden de expositiehangars en de
onderhoudshangar op de Flugwerft SchleiBheim
geopend als museum zoals we dat nu, 20 jaar later,
nog steeds kennen.
In de jaren '20 van de vorige eeuw speelde SchleiBheim
een belangrijke rol in de Duitse luchtvaart. In 1921 richtte
Ernst Udet er zijn eigen Udet Flugzeugbau GmbH op.
Hij bouwde er een scala van vliegtuigen dat varieerde
van eenmotorige sportvliegtuigen tot grote viermotorige
verkeersvliegtuigen als de U-11 Kondor. Maar het meeste
succes boekte Udet met zijn U-12 Flamingo tweedekker
(foto). De U-12 behoorde vanaf 1925 tot de standaard
lesvliegtuigen in Duitsland
Het is museumweer. Het regent dat het giet. We
sluiten aan bij een rijtje auto's die gewoon langs
de weg zijn geparkeerd. De ingang ligt nog zo'n
150m verder. Een officiële parkeerplaats hebben we
niet gezien, maar die is er wel. Bij de ingang van
de Kommandantur bevindt zich de museumwinkel
en een restaurant annex cafetaria. Daarachter de
gerestaureerde Flugwerfthalle. 'General Aviation' gaat
er door mijn hoofd bij het binnenlopen. Maar vooral
ook recreatieve luchtvaart. Historisch en minder
historisch: in elk geval goed genoeg om een beeld
te geven van de ontwikkelingen op dat gebied. Ook
hier, net als in vele andere Duitse musea, opvallend
veel zweefvliegtuigen. Niet verwonderlijk overigens
omdat het merendeel van de zweefvliegfabrikanten*)
wereldwijd zich in Duitsland bevindt. De hal, waar
in operationele dagen volop aan S-58 heli's van de
U.S. Army werd gewerkt, is optimaal ingericht. Er
hangen behoorlijk veel kisten aan het plafond. Opval
lende verschijning daarbij is een drietal vliegende
vleugels, eigenlijk zweefvliegtuigen: een Horten-IV,
een Fauvel en een SB-13 Arcus. Op de begane grond
van de oude Werfthalle is ruim plaats voor elk vlieg
tuig. Er staat een breed scala van sportvliegtuigen,
van oude dubbeldekkers als een replica van een Udet
U-12 Flamingo tot meer moderne en luxe types als
een Lancair. Mijn aandacht echter wordt getrokken
door het groepje vliegtuigen rond die U-12. Daartus
sen, als in een circuspiste, het vliegtuig waarvoor ik
feitelijk naar OberschleiBheim ben gereisd. Ze staat
er een beetje verloren bij, onze Fokker D.VII, tussen
een Fieseler Storch, een WACO en die U-12. Deze
Fokker werd al voor de oorlog op Schiphol in depot
gehouden voor een Nationaal Luchtvaart Museum.
Naar verluid werd deze kist bij een bezoek van Her
mann Goering aan Schiphol in 1940 genaast en naar
Berlijn overgebracht.
Als we de hal verlaten en door de Kommandantur
verder lopen, zien we een fototentoonstelling over
de geschiedenis van de Flugwerft Schleifiheim. En terug
naar de roots van de Duitse luchtvaarthistorie komen
we ook hier Lilienthal's Normalsegelapparat tegen
en het karkas van een Vollmoeller motorvliegtuig uit
net zo lang vervlogen tijden. Het hoofdgebouw is via
een glazen corridor verbonden met de nieuwbouw
onderhouds- en tentoonstellingshangar. Door het
glas zien we buiten in de regen een natuurstenen
monument van een A.380. Het zou niet misstaan op
een kerkhof. Een herinnering aan iets of iemand?
't Wordt in elk geval niet duidelijk.
Aan het einde van de glazen gang brengt een trap
ons op een hoogte van zo'n meter of vijf. Als we zó de
hangar binnenkomen, kijken we vanaf een galerij de
restauratiehal in. Er wordt gewerkt aan de romp van
een Sikorsky HH-19B (S-55) Chickasaw van de USAF.
Ook is er een zweefvliegtuig in onderhoud. Maar
voor de rest is het er stil. Dan lopen we op dezelfde
hoogte de enorme expositiehal binnen. Op een op
pervlak van zo'n 5.000 m2 bevinden zich in totaal 51
vliegtuigen. 20 daarvan, voornamelijk zweefvlieg
tuigen, hangen aan het plafond. De Luftwaffe C-47
staat op enkele sokkels zo'n 3,5m boven de grond.
Als we afdalen naar de begane grond is de ruimte zo
immens dat de begrenzing ervan niet meer is te zien.