22 Op één locatie? Een museum is altijd méér dan zijn expositie. Het Deutsches Museum heeft dat goed begrepen. Geïn teresseerden komen ook daarvoor. Soms is 't er, maar meestal niet: achter de schermen is het nog interessanter dan de vaste tentoonstelling die er vaak al jaren staat. Sinds het DM in 1981 zijn de pot voor de luchtvaartcollectie op de Flugwerft in OberscheiBheim in gebruik heeft genomen, is de dependance toegankelijk voor het publiek. Met de groeiende belangstelling voor de Flugwerft nam ook de betekenis van de museumopslag aldaar museale vormen aan. Feitelijk ligt het accent van de Flugwerft al lang niet meer op de opslagfunctie. Die is intus sen volstrekt ondergeschikt aan de tentoonstelling van de luchtvaartcollectie. Tegelijkertijd heeft die accentverschuiving met zich meegebracht dat de exponenten van de Duitse luchtvaarthistorie zijn verdeeld over de locaties in de hoofdvestiging aan de Museuminsel in München en de 23 km noordelijk gele gen de Flugwerft Schleifheim. Zowel op de ene als op de andere locatie zijn de ontwikkelingen te zien van de Duitse luchtvaart in de loop der jaren. Maar als het gaat om de samenhang van beide exposities, valt er toch veel te zeggen over het samengaan op één van beide locaties. De concentratie van de sectie Lucht en Ruimtevaart zou de presentatie van de nationale Aïle Dakota's in welk museum dan ook hebben zo hun eigen historie. Zo ook deze Duitse C-47 die in 1943 werd gebouwd en in dienst werd gesteld bij de RAF. Later kwam het vliegtuig bij de Military Air Assistance Group in Bonn van waar ze nog tot 1967 bij de Luftwaffe heeft gevlogen voor personen- en vrachtvervoer. Daarna is de kist nog tot 1976 gebruikt als radar/radio calibratievliegtuig voor verkeersleiding doeleinden Duitse luchtvaartcollectie kwalitatief en kwantitatief completeren. Het zou de collectie in zijn totaliteit museaal overzichtelijker en voor het publiek veel toegankelijker maken. De Flugwerft Schleifheim biedt daarvoor in elk geval nog volop ruimte. Noot: Glaser-Dirks Flugzeugbau, Glasflügel Segelflugzeugbau, Grob Aircraft, Rollanden- Schneider Flugzeugbau, Scheibe Aircraft, Schempp-Hirth Flugzeugbau, Alexander Schleicher GmbH. Pronkstuk van de expositie op de Flugwerft Schleifheim is toch wel de Dornier Do-31 E-3. Voor het startgewicht van 21 ton zijn 10 motoren nodig. Onder de elke vleugel hangt een straalmotor met draaibare uitlaten. Aan de vleugeltippen zit een gondel met vier motoren voor de verticaal opstijgen en landen. Deze Do-31 heeft op 14 juli 1967 voor het eerst gevlogen. Na 154 vluchten waarbij 65 keer verticaal werd gestart en 77 keer verticaal werd geland, worden de beproevingen in 1970 gestaakt. Met de Do-31 is in elk geval vastgesteld dat het technisch mogelijk is transportvliegtuigen te bouwen die verticaal kunnen opstijgen en landen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2013 | | pagina 24