iws
15
Het motorkoelsysteem, waarvan de condensor
(gereed) in de bovenvleugel, de watertank (gereed)
boven in de romp en de waterkoeler tussen de
verende stijlen van het landingsgestel belangrijke
componenten zijn, is aangevuld met leidingen voor
stoom en condenswater van, resp. naar de water
tank, die van een dummy uitlaatbocht is voorzien.
Deze uitwendige leidingen worden samen met een
kabel voor de navigatielichten gevat in een stroom-
lijnprofiel om de baldakijnstijl rechts vóór en gaan
halverwege in een tweede profiel recht omhoog
naar de aansluitingen onder aan de condensor. De
kabel komt in een derde profiel om de bovenste
helft van de genoemde stijl en eindigt in een stek
ker voor een stopcontact dat in de bovenvleugel is
aangebracht. De inlaattunnel voor de waterkoeler is
ver gevorderd: kleppen en bediening gereed; uitspa
ringen, versterkingen en overgang naar rompbe
plating worden gemaakt. Met het koelerhuis kan
daarna worden begonnen, gevolgd door de (dummy)
koeler. Waar en wanneer de uitlaattunnel kan wor
den vervaardigd is nog niet duidelijk; waarschijn
lijk is uitbesteding noodzakelijk. Aan het systeem
ontbreken dan nog een aantal regelkleppen en de
inwendige leidingen. De leidingen van en naar de
koeler zouden van dikke (55 mm) dunwandige (1.5
mm) aluminium buis moeten worden gemaakt, in
diverse bochten gebogen. Ook dit werk zou men
moeten uitbesteden, of genoegen nemen met dum
mies, evenals voor de regelkleppen.
Het motoroliesysteem bestaat uit een koeler
(origineel sinds jaar en dag aanwezig), een tank en
de nodige regelkleppen, leidingen en aansluitingen.
De olietank is, evenals eerder de benzine- en
watertanks, gemaakt door Carrosseriebouw Jansen,
Wesepe. Echter, om kosten te besparen (nog) zonder
filterhuis en voorzieningen voor de diverse aanslui
tingen, maar wel met vulnek en afsluitdop. De tank
is in deze toestand ingebouwd d.m.v. voorzieningen
naar eigen inzicht omdat er geen informatie kon
worden gevonden, behalve een discussie tussen
Fokker en de toenmalige toezichthouder over de
sterkte van een rompbuis.
Voor het benzinesysteem geldt eveneens dat het
bestaat uit een tank, leidingen en regelkleppen.
De tank is eerder geleverd en in de romp gepast
en later voorzien van alle aansluitvoorzieningen.
De vulpijp met aansluitingen is onlangs geleverd
door VandenBos Aviation en op de tank gemonteerd
in Aalsmeer. Uit het Finse wrakstuk dat bij het
museum Crash 40-45 wordt bewaard is eerder een
deel van het ophangsysteem gehaald dat het uit
gangspunt vormt voor de ophanging die zo getrouw
mogelijk wordt gerealiseerd.
Drie tanks en stoomleiding (boven)
Door Van der Ham zijn de stroomlijnkappen voor
aan de wielremmen afgeleverd op 6 februari,
waarna kon worden begonnen met de stroomlijn-
profielen uit balsahout en lederen moffen voor de
verende stijlen van het hoofdlandingsgestel. Voor de
stroomlijnkappen boven aan de verende stijlen zijn
mallen nodig waarvoor door het MLM onderdelen
zijn gemaakt. Verdere bewerking door de vrijwil
ligers volgt z.s.m. Aanmaak van de kappen moet
worden uitbesteed. Dat geldt ook voor een tiental
stroomlijnkappen aan het baldakijn, waarvoor nog
geen mallen zijn gemaakt.
Aan het interieur is in het verleden ruime aandacht
besteed: het instrumentenbord van de bestuurder
is grotendeels gevuld met destijds verkrijgbare
instrumenten en diverse bedieningshandels zijn
ingebouwd. De enige beschikbare foto is echter
van het Indische instrumentenbord; de bekende
afwijkingen in de C.X LVA zijn gebaseerd op z.g.
Verzendadviezen van Fokker (1936), Technische
gegevens van de Dienst der Werkplaatsen LVA (Dec.
1938) en enige correspondentie LVB/LVA/Fokker.
De enige bekende foto van de waarnemersruimte
(LVA) bevestigt dat i.p.v. het oorspronkelijke zuur-
stofsyteem Siebe-Gorman, zuurstofregelaars van
het model Munerelle 1934 werden ingebouwd, die
ook in de D.XXI voorkomen. Dummy zuurstofre
gelaars worden nu door een van de vrijwilligers
gemaakt. Diverse instrumenten en apparaten voor
de waarnemer zijn beschikbaar (meest dummies),
maar er ontbreken nog enkele artikelen die men bij