10
land neutraal en hoopt men dat in de toekomst
ook te blijven, maar voorzichtig begint men toch te
denken aan een verbetering van de defensie.
De Fokker D.XVII onze snelste en laatste tweedekker
jachtvliegtuig. De vlieger is toegerust met zuurstof voor een
hoogtevlucht
Vanaf 1935 worden alle nog aanwezige Fokker C.Vd
en C.VI vliegtuigen, met uitzondering van de vijf
C.Vd's met 500 pk Hispano Suiza motor, omgebouwd
en voorzien van de Rolls Royce Kestrell motor.
Er wordt van Koolhoven één tweemotorige F.K. 49
vliegtuig overgenomen, dat dienst gaat doen als
fotovliegtuig.
Na aanvankelijk voor de LA-KNIL in Indië ontworpen
en bestelt te zijn, gaat ook de LVA de Fokker C.X als
strategische verkenner/lichte bommenwerper
in dienst nemen. Twintig toestellen worden in
1935/1936 overgenomen.
Een Fokker C.Vd nog met de oude HS motor. midden jaren
dertig worden ze omgebouwd en voorzien van de Rolls Royce
Kestrell motor
Ook wordt het lesvlieguigenbestand vernieuwd en
uitgebreid. Frits Koolhoven begint aan zijn grootste
order in Nederland: aan de LVA mag hij in verschil
lende tranches 54 F.K. 51 lesvliegtuigen en verken
ningsvliegtuigen leveren.
Op 1 juli 1939 vindt de instelling plaats van het
Wapen der Militaire Luchtvaart. De Luchtvaart
afdeling wordt een Luchvaartbrigade bestaande uit
drie Luchtvaartregimenten.
De Regimenten 1 en 2 zijn operationeel, het 3e Regi
ment wordt belast met de opleidingen.
Het Commando Luchtverdediging wordt ingesteld,
waardoor alle luchtverdedigingsmiddelen onder
een éénhoofdige leiding komen.
Het Commando omvat:
- de Luchtvaartbrigade
- de Brigade Luchtdoelartillerie (2 Regimenten)
- het 3e Regiment Genietroepen (zoeklichten)
- het Vrijwillige Landstormkorps Luchtwachtdienst
- bataljons en compagnieën vliegveldbewakings-
troepen
In 1936 worden de Fokker TV luchtkruisers afgeleverd
Bij Fokker worden besteld en in 1938 afgeleverd, 16
Fokker T.V luchtkruisers. Bedoeld om gedurende
langere tijd te patrouilleren langs de grenzen en
aanvallers terug te slaan, is dit toestel al bij zijn
introductie verouderd en wordt het toestel als mid
delzware bommenwerper ingezet.
Voor wat betreft de jachtvliegtuigen: voor Koloniën
is door Fokker de D.XXI ontwikkeld. Na beproevingen
is Koloniën niet meer geïnteresseerd en wordt het
prototype aangeboden aan de ML.
Voor de ML is dit niet echt het jachtvliegtuig waar
men op zit te wachten. De snelheid is ook niet veel
hoger dan die van ons snelste jachtvlieguig de D.XVII.
De ML ziet het liefst een buitenlandse jager op korte
termijn haar gelederen versterken. Op Soesterberg
wordt de Heinkel He 112 gedemonstreerd, waarbij
de ML-vliegers, die het toestel mogen uitproberen,
verrast worden door de hoge snelheid en de daar
door weinige tijd om adequaat te reageren.
Ook de Hawker Hurricane wordt bestudeerd, echter
'Geld' en 'Nederlandse waar' zijn in bijna alle geval
len de bottle neck. Uiteindelijk worden toch de
Fokker D.XXI besteld.