Guinea te sturen. De eersten waren medio 1955 in
vliegwaardige toestand. De belevenissen en ervarin
gen van het nieuw opgerichte squadron 7 met zijn
Fireflies, wordt uitgebreid beschreven in de hoofd
stukken 'Fairey Fireflies boven Nieuw Guinea' en
'Utarom, een veld om snel te vergeten', tot deze in
december 1961 buiten gebruik werden gesteld.
Toen medio jaren vijftig de Catalina's waren opge
vlogen, werd naarstig gezocht naar een opvolger.
De Grumman Albatros was te klein en de nieuwe
Martin Marlin te duur. De US Navy bood de Martin
PBM-5A Mariner aan, waarvan er nog een aantal in
de woestijn stonden. Nederland kocht uiteindelijk
17 toestellen, die na uitgebreide revisies voorname
lijk via Valkenburg naar Nieuw Guinea vertrokken.
Enkele toestellen bleven in Nederland voor oplei
ding en als onderdelen leverancier. Het gebruik en
de ervaringen worden uitgebreid beschreven in het
hoofdstuk 'De Mariner misère'. Alle met de Mariner
voorgedane ongevallen worden behandelt tot en
met het uiteindelijke vliegverbod en de sloop van de
toestellen.
Een klein hoofdstuk wordt gewijd aan het bezoek
van de Karel Doorman: 'Hr.Ms. Karel Doorman,
de Dikke Boot op oorlogspad'. In 1960 stuurde de
regering de Doorman op wereldreis. Bedoeld als
vlagvertoon, maar tegelijkertijd werden een twaalf
tal Hawker Hunter jachtvliegtuigen en een tweetal
Alouette II helicopters meegenomen ter versterking
van de luchtverdediging. In augustus 1960 kwam
de boot aan in Biak, waar de Hunters en Alouettes
werden gelost. Tijdelijk waren daarbij Hawker Sea
Hawks en Grumman Avengers van de Doorman op
de Borokoe strip geland.
Door het vliegverbod en het daaropvolgende afvoer
van de Martin Mariner, kwam de MLD zonder pa
trouillemogelijkheden te zitten. Als opvolger van
de Mariner werd uiteindelijk de Lockheed P2V-7
Neptune besteld, maar om de periode tot aan de
levering daarvan te overbruggen werd een viertal
Douglas C-47 Dakota's van de Koninklijke Lucht
macht overgenomen. De eerste twee toestellen, bij
de MLD R4D-1 genoemd, naar analogie van de US
Navy benaming (en niet R4-D zoals ze in het boek
consequent worden genoemd), arriveerden in maart
1960 op Biak. De ervaringen daarmee worden be
schreven in het hoofdstuk 'Noodoplossing voor de
vervanging van de Mariner'.
In augustus 1960 werden twaalf Hawker Hunter
gelost van de Karel Doorman. Deze toestellen moes
ten de luchtverdediging van Nieuw Guinea verster
ken. De KLu-begeleidingsgroep stond onder leiding
van de Elt F.P. Schulte, in het boek Ltz. genoemd. In
Nieuw Guinea werd 322 squadron heropgericht om
te vliegen met de Hawker Hunter Mk.4. Het verhaal
daarvan wordt verteld in het hoofdstuk '322-ers in
Nieuw Guinea'.
Op 1 september 1961 werd 336 squadron van de
Koninklijke Luchtmacht in het leven geroepen. Dit
squadron moest de verbindingen en het vervoer
binnen Nieuw Guinea verzorgen. De door de aan
komst van de Neptunes overtollig geworden R4D-1
Dakota's werden weer C-47B Dakota's en werden
ondergebracht bij 336 squadron. Vanuit Nederland
kwam daarop nog een aanvulling van drie toestel
len. De ervaringen en crashes met de Dakota's wor
den beschreven in het hoofdstuk 'Een nieuw squa
dron'. Hierbij worden nog enkele lichte vliegtuigen
beschreven die werden gebruikt, zoals de van de
Paters geleende Cessna 180 (en niet 172), de beide
Tiger Moth's en de op Nieuw Guinea gearriveerde,
maar niet meer uitgepakte Agusta-Bell 204B van de
MLD.
In het hoofdstuk 'De MLD op Biak met een B', wordt
de aankomst beschreven van de Lockheed P2V-7B
Neptune. De 'B' in het hoofdstuk refereert aan de
grote letter 'B' op het kielvalk van de Neptunes.
De hoofdstukken "Een bitter afscheid', 'Met de rug
tegen de muur' en 'De laatste fase' vertellen alles
over het laatste jaar dat Nederland in Nieuw Guinea
doorbracht. Het vertelt over de ervaringen met de
verschillende vliegtuigen, de confrontaties met de
Indonesiërs, de crashes van de Dakota X-11 en de
Neptune 200 B en de overdracht aan de Verenigde
Naties.
Het boek beschrijft feiten en geeft daarbij een zeer
goed inzicht in een stuk luchtvaartgeschiedenis,
die niet al te bekend is. Een groot deel van de Ne
derlanders kunnen zich de spanning rond Nieuw
Guinea nog wel herinneren en een grote groep ve
teranen zullen in het boek de nodige zaken herken
nen. Het boek wordt dan ook van harte aanbevolen
omdat het een mooi overzicht geeft van de Neder
landse luchtvaart activiteiten in Nieuw Guinea.
Boven de boerenkool. Operaties in het luchtruim boven
Nieuw Guinea 1951 -1962 kost Eur 38,95.
Het boek is o.a. verkrijgbaar bij de Luchtvaart Hob
by Shop in Aalsmeerderbrug en Flash Aviation in
Eindhoven. Het boek kan ook worden besteld bij uit
geverij Lansata, Emmen, email: info@lanasta .com.
Hans Berfelo