Geen laag te hoog
GEEN LAAG TE HOOG
31
Jacques A.C. Bartels, Geen laag te hoog. De eerste
uitzending van de LVA, naar IJsland in het kader van het
Tweede Internationale Pooljaar
1932 -1933. Uitgegeven door
Lanasta, Emmen.
ISBN 978-90-8616-127-0.
Het boek is gebonden en heeft
een harde omslag. Op 192
stevige pagina's worden, naast
de tekst, ca 215 foto's en teke
ningen gegeven.
In het kader van zijn promo
tieonderzoek naar de 12 leer
lingen van de Vliegklas 1926
van de LVA, die elk later hun
stempel hebben gedrukt op
de ontwikkeling van de lucht
vaart en Nederland en Indië
door de auteur, is dit boek
een uitgelicht onderdeel dat
een afzonderlijke publicatie
waard is.
De ontwikkeling van de me
teorologie en de rol van het KNMI daarin, wordt
uitvoerig in de eerste hoofdstukken beschreven.
Het Eerste Internationale Pooljaar 1882 - 1883 is
een stimulans om meer onderzoek te doen. Onder
zoek naar de hogere luchtlagen werd gedaan door
het oplaten van ballonnen met instrumenten. Later
werd op hei bij Soesterberg een Vliegerstation opge
zet, om door middel van vliegers de instrumenten
op hogere niveau's te brengen. Door de inmiddels
ontstane drukte op Soesterberg week het vliegersta
tion uit naar de Leusderheide. Inmiddels waren ook
hoogtewaarnemingen door vliegtuigen ingevoerd,
die later door de LVA als standaard dienst werden
uitgevoerd.
Kort wordt in een hoofdstuk de ondergang van
de s.s. Salento gememoreerd, waar vlieger Bosch
vliegend in een Fokker C.IV een manche van 1500
meter over het schip gooit ter redding van de be
manning. Verder wordt dan gegaan met de ontwik
keling van de luchtvaart en de meteorologie.
De aanloop naar het Tweede Internationale Pooljaar
komt aan de orde en de problemen die de uitvoe
ring van de plannen in het kader daarvan onder
vonden door de beurscrash van 1929 en de daar
opvolgende economische crisis. Nadat uiteindelijk
de noodzakelijke fondsen bijeen waren gebracht,
werd door de minister toestemming gegeven om
een Aërologisch station op te zetten nabij Reykja
vik en dat te bemannen met één officier-vlieger,
één onderofficier-vlieger en één mecaniciën. Dit
werden resp. de eerst luitenant J.H. van Giessen,
wachtmeester-vlieger H. Bosch
en sergeant-vliegtuigmaker C.
van der Leden, die met twee
Fokker D.VII's naar IJsland
zouden worden uitgezonden.
Na deze uitgebreide inleiding
en aanloop volgen de hoofd
stukken over de ervaringen
en resultaten op IJsland. Het
detachement had zich laten
vergezellen door vrouwen
en kinderen, maar gezien de
beperkte fondsen waarover
het comite van uitzending
beschikte was het geen luxe-
verblijf.
Gedurende het verblijf op
IJsland werden verschillende
bekende vliegers ontmoet,
zoals de Italiaan Balbo, die
met 23 Savoya-Machetti SM-
55 watervlieguigen de Oceaan overstak, en Charles
Lindberg.
Op 31 augustus 1933 eindigde het internationale
pooljaar en werden de vliegtuigen ontmanteld om
terug naar Nederland te worden getransporteerd.
De laatste hoofdstukken gaan over de aankomst in
Nederland en de huldigingen die daarop volgen.
In de Epiloog wordt gekeken naar de gevolgen die
de onderzoeken op IJsland hebben gehad voor de
meteorologie en de luchtvaart en wat de weten
schappelijke waarde daarvan was. Ook werden me
teorologische gegevens nu gebruikt bij onderzoek
naar luchtvaartongelukken, zoals bij de ramp met
de Uiver. Verder wordt van alle betrokkenen het
verloop van hun verdere leven beschreven.
Als slot is over 15 pagina's de 'staat van verrichtin
gen te Reykjavik' afgedrukt, met daarin de datum,
aantal waarnemingen, duur van de vlucht, wolken
hoogte en bereikte hoogte.
Het boek is de neerslag van een gedegen onderzoek
uit archieven en literatuur en is niet alleen interes
sant vanwege de wetenschappelijk kant van het inter
nationale pooljaar, maar ook worden de persoonlijke
zaken van de betrokkenen in de meteorologische en
luchtvaart omgeving uit de doeken gedaan.