■f
IWS
Vereniging
Bomvol
Belangstelling
Bewaren en behouden
29
en voor het publiek gesloten. In de loop van al die
jaren is er bijna niets veranderd. De oude Duitse
bouw is nog zeer herkenbaar aanwezig.
De collectie of hoe men de uitstalling ook mag noe
men, heeft in 2002 de museale status gekregen. Het
is de bekroning op het werk van de in december 2012
overleden George Cristinacce, een Franse oorlogs
vlieger bij de toenmalige Groupe Alsace van de Brit
se RAF en erelid van de Association Ailes Anciennes
Armorique, de ledenvereniging van het museum. Al
in 1984 is een aantal luchtvaartenthousiasten on
der leiding van Paul Hautpois, een oud-mecanicien
van de Franse luchtmacht, begonnen met het aan
leggen van de museumcollectie. De leden van de
vereniging - volgens de voorzitter allemaal liefheb
bers van het oude zink - zijn nauw betrokken bij de
instandhouding van de collectie. Helaas is daarvan
niet bijster veel te zien. Ook Hautpois, thans voor
zitter van de Ailes Anciennes, maakt zich daarover
enige zorg: 'De handen moeten uit de mouwen', zegt
hij in een interview. 'De leden moeten aan de slag.
We komen om in het onderhoud, in restauratie- en
reparatiewerk aan vliegtuigen en motoren.' Bij de
Noratlas moet een band worden verwisseld en de
Crusader moet op bokken moet om de vleugels te
monteren. Maar in werkelijkheid is het noodza
kelijke onderhoud- en reparatiewerk niet meer te
overzien. Een ander bestuurslid dat bij mijn bezoek
welwillend mijn vragen beantwoord, zegt dat 'de
vereniging te klein is om dat allemaal aan te pak
ken'. Er lopen nu twee projecten: de restauratie van
een Renault-6Qvliegtuigmotor1) en de restauratie
van een Boisavia B.601L Mercury. De staalbuizen
rompconstructie staat er al geruime tijd. Maar aan
het project moet eigenlijk nog worden begonnen.
Bij dat alles schiet de feitelijke inrichting van het
museum, de wijze waarop de tentoonstellingsstuk
ken worden geëxposeerd, ernstig tekort. De hangar
staat en hangt vol met vliegtuigen, motoren, onder
delen, tentoonstellingskasten en nog veel meer. Een
werkplaats is er niet echt. Het onderhoud wordt ge
woon in de bomvolle tentoonstellingshangar zelf
gedaan. Hautpois noemt de situatie 'precair'. Hij
hoopt de mogelijkheid te krijgen om binnen niet al
te lange tijd over een derde hangar te beschikken.
Of dat het onderhouds- en het ruimteprobleem zal
verhelpen, is nog maar helemaal de vraag. Er is in
de afgelopen jaren zoveel materiaal bij elkaar ge-
bracht in een veel te kleine ruimte dat het bestuur
van de Ailes Anciennes Armorique, laat staan een
bezoeker, geen enkel overzicht heeft in wat er nu
precies wordt tentoongesteld.
Een Franse Nord N.2501 Noratlas, 7m70 groter dan de Britse
Armstrong-Whitworth Argosy en 4m40 kleiner dan een
Fairchild Flying Boxcar, blijft een imposante verschijning
met zijn dubbele staart. De Franse luchtmacht heeft 208
Noratlassen in dienst gehad. In totaal zijn er 425 gebouwd.
De Noratlas is de eerste in het rijtje van Europese cargolifters
als de Transall C-160 en Alenia G.222
Feit is dat de vereniging zich momenteel meer richt
op haar educatieve doelstelling, het stimuleren en
bevorderen van belangstelling voor de luchtvaart.
Zo heeft ze regionaal èn in eigen huis tentoonstel
lingen georganiseerd en lezingen gegeven over
'Franse luchtvaartpioniers', 'Luchtvaart in de Publi
citeit', 'Air France in Posters' en 'Lucht- en Ruimte
vaart met een plastic zak'. Dat slaat aan in de regio.
'Belangstelling genoeg', zo zegt het bestuurslid in
de hangar. Ook burgemeester Joseph Cloarec van
Monterblanc is daarvan overtuigd: 'in de regio
neemt het museum een belangrijke plaats in. Het
past in de ontwikkelingen van het toerisme in onze
omgeving,' zegt hij in een krantenbericht.2'
Een museaal idee, laat staan een plan of een visie,
kunnen we noch in de opzet van het museum, noch
in de inrichting van de expositie ontdekken. Wat
we zien is dat het allemaal met een 'Franse slag'
gebeurt. In de meeste Franse musea overigens is
daarvan in het geheel geen sprake. Net als bij an
dere particuliere luchtvaartmusea in Frankrijk is