Take-Off
TAKE-OFF
42
gers en welke ervaringen deden zij op in de lucht-
strijd boven West-Europa?
Om deze vraag te kunnen beantwoorden, wordt aan
de hand van talloze interviews en veelal nieuw bron
nenmateriaal, waarbij rijkelijk is geput uit Neder
landse én Britse archieven, naast een compleet
beeld van de organisatie en inzet van de Nederland
se luchtstrijdkrachten onder Britse vlag, vooral een
beeld van het dagelijkse leven van de Nederlandse
oorlogsvliegers in Groot-Brittannië en hun ervarin
gen in geallieerde dienst geschetst.
In het eerste hoofdstuk wordt de ontwikkeling van
de Royal Air Force (RAF) beschreven na het einde
van de eerste wereldoorlog. Pas zelfstandig geworden,
moest deze junior service, na drastische inkrimping
na de oorlog, zich bewijzen om zelfstandig te kun
nen blijven. Behandelt wordt onder meer de selectie
van personeel, de snelle uitbouw op het eind van de
jaren dertig, de verzelfstandiging van de Fleet Air
Arm (FAA), de instroom van vele buitenlanders, de
Battle of Britain en de activiteiten van de RAF tijdens
de oorlog tot 1945.
Het tweede hoofdstuk verhaalt over de verschillen
de Europese bondgenoten, die hun land ontvlucht
waren en in de RAF integreerden. Hun activiteiten
in de RAF worden per groep besproken evenals hun
lotgevallen na de oorlog.
In 'Strijdend onder Britse vlag' wordt de integratie
en activiteiten van de Nederlanders beschreven.
De evacuatie van ML en MLD vliegers, de oprichting
en activiteiten van 320 en 321 Squadron, de aan
schaf van vliegtuigen, de opleidingen en gevechts
training, de individuele opnames in Britse squa
drons, de oprichting en activiteiten van 322 en 860
Squadron en de betrokkenheid van de luchtvaren-
den direct na de oorlog bij de opbouw van de Lucht
strijdkrachten (LSK) in Nederland.
In het hoofdstuk 'De oorlogsvlieger doorgelicht',
wordt getracht een profielschets te geven van de
Nederlandse oorlogsvlieger. Er wordt onder meer
gekeken naar de maatschappelijke en geografische
achtergronden, het opleidingsniveau en ook naar de
wijze waarop ze Engeland waren binnengekomen.
De beschrijving van de ervaringen en gevoelens van
de luchtvarenden tijdens hun missies boven vijan
delijk gebied, wordt beschreven in 'In de lucht'. Het
werken onder hoogspanning, de angst, krijgsgevan
genschap en ontsnappingen komen verder in dit
hoofdstuk aan de orde.
In 'Het leven op de grond', wordt ingegaan op de on
gelijkheden die er waren tussen vliegende beman-
ningen, officieren, onderofficieren en minderen, ver
der komen onder meer de recreatiemogelijkheden,
de verveling, sex, bigamie en relaties aan de orde.
Nadat de oorlog voorbij was vond de terugkeer naar
Nederland plaats. Wat sommige luchtvarenden bij
hun terugkeer aantroffen en meemaakten, wordt
hier verteld, evenals ervaringen in de naoorlogse
LSK. Van een aantal wordt hun naoorlogse leven en
carrière beschreven.
Na Conclusie en Nawoord geeft het boek enkele
bijlagen, een groot aantal noten, een Nederlandse
en Engelse samenvatting en registers.
De inzet van de Nederlandse oorlogsvliegers vanaf
Brits grondgebied was tot op heden een grotendeels
onderbelicht thema. 'Eenige Wakkere Jongens' maakt
hieraan voorgoed een einde en ontrukt de 650
jonge Nederlanders, die hun leven op het spel zet
ten voor vrede en vrijheid, definitief aan de verge
telheid. Een belangrijk boek voor de Nederlandse
luchtvaarthistorie en van harte aanbevolen!
'Eenige Wakkere Jongens'. Nederlandse oorlogsvliegers in
de Britse luchtstrijdkrachten 1940 -1945 kost Eur 29,90
en is in de boekhandel verkrijgbaar. Het boek kan
ook besteld worden via www.uitgeverij-boom.nl
Hans Berfelo
'Jt vin ik NtJcriutd»
Quirijn van der Vegt, Take-Off. De opbouw van de
Nederlandse luchtstrijdkrachten 1945-1973. Uitgegeven
onder auspiciën van het Nederlands Instituut voor