Op weg naar het einde Kt X 18 In mei 1945 wordt het squadron verplaatst naar Biak. Hoewel Biak niet meer in de frontlinie ligt, kunnen nog vele aanvallen gedaan worden op geïso leerde Japanse detachementen, munitie- en brand stof opslagplaatsen, luchtdoelgeschut, schepen ed. Door de hoge kwaliteit van de Japanse luchtafweer gaan enkele toestellen verloren en komen enkele vliegers om. Na VJ Day treedt een periode van niets doen in. Pas in april 1946 kan men verhuizen naar Indië. In september 1944 krijgen de transportsecties een officiële status, met de benaming No. 1 NEI Trans port Squadron in Melbourne en No. 2 NEI Transport Squadron in Brisbane. Omdat er van geallieerde zijde slechts toestemming is voor één squadron, worden de beide eenheden op 7 november samen gevoegd tot No. 1 NEI Transport Squadron (NEITS). Er wordt in eerste instantie gevlogen met drie Lo destar's en vijf voor transport omgebouwde B-25's. Eind 1944 worden de eerste vier van een serie Da kota's ontvangen en ook worden vijf Lockheed 12's afkomstig van de RNMFS ingedeeld. Op 15 augustus 1945 (de dag van de Japanse overgave) wordt NEITS het 19th (NEI) Transport Squadron. Het squadron bezit dan 13 Dakota's en wordt direct ingezet voor de bevoorrading van de kampen in Indië. Douglas C-47Dakota's stromen in bij de transportafdelingen. Op VJ Day is het 120e Squadron op Biak en het 18e Squadron bezig te verhuizen naar Balikpapan. Er breekt een drukke periode aan. Met alle beschik bare vliegtuigen worden verkenningsvluchten gemaakt naar Japanse interneringskampen, waarna snel voedsel- en medicijnpakketten worden uitge worpen. Om geïnterneerde burgers en militairen te bevrij den is de (Engelse) organisatie Rescue of Allied Prisoners of War and Internees (RAPWI) opgericht. De Nederlandse sectie landt op 16 september 1945 met twee B-25's op Kemajoran. Er wordt een RAPWI luchtdienst georganiseerd, die, bij gebrek aan vlieg tuigen en de juiste benzine voor Dakota's en B-25's, met Japanse toestellen gaat vliegen. In november 1945 gaat het 18e Squadron van Balik- papan naar Tjililitan. Het 120e Squadron kan pas eind april 1946 naar Indië terugkeren. Rond augus tus 1946 zijn de meeste ML eenheden weer terug. De ML wordt in deze periode uitgebreid met 40 North American P-51 Mustang's, waarvoor het 121e en later het 122e Squadron wordt opgericht. a - Een North American P-51 Mustang voor 121e en 122e Squa dron, splinternieuw uit de fabriek In mei 1946 begint de Elementaire Opleidings school (EOS) met de vliegopleiding. Ook ander opleidingen worden opgestart. Op Biak wordt de Overgangs Opleidings School (OOS), die de conversie op de B-25 verzorgt, opgericht. Vanaf december wor den alle vliegopleidingen gebundeld in de Centrale Vliegschool (CVS) op Andir. Hiervoor worden zo'n 30 Australische Wackett's en 25 Harvard's aangeschaft. Het 17 Varwa Squadron wordt opgericht, de daar voor bestemde Piper L-4 Cub's komen pas in augus tus 1946 aan. Daarnaast worden nog vier nieuwe ML squadrons gevormd: het 16e Squadron, dat wordt uitgerust met negen als zg. strafer omgebouwde B-25's, het 122e Squadron, met twaalf P-51's, het 20e Squadron, een afsplitsing van het 19e, dat zich op zuiver militaire taken gaat richten met elf trans port B-25's en vier Dakota's en de Photo Verkennings Afdeling (PVA), met vier a vijf B-25's en vier Piper Cub's, later ook een paar P-51's en P-40's. Op 9 maart 1947 presenteert de nieuw opgebouwde ML zich aan het publiek tijdens een grote lucht vaartdag op Kemajoran. Op 21 juli 1947 begint 's-morgens de 1e Politionele Actie, die door buitenlandse politieke druk alweer op 4 augustus moet worden gestaakt. In de lucht is geen tegenstand, een aantal vliegtuigen van de Republiek worden vernietigd. Er zijn bij de ge-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2014 | | pagina 20