10
Een 320 Mitchell in de vlucht, met onder zich aan- en
afvarende schepen
Na de invasie richtte squadron 320 zich op tactische
ondersteuning van de geallieerde legers in opmars,
waarbij vooral gelegenheidsdoelen werden aangeval
len. Overdag betekende dat in formatie bommen
werpen, 's nachts individueel bommen werpen of
doelen met lichtfakkels verlichten voor de Mos
quito's12. Overdag waren de bemanningen getuige
van de gigantische verzameling schepen die aan de
invasie deelnam. Onze MTB's werden ingezet voor
konvooibescherming tegen aanvallen van Duitse
E-boten. Soms ging het er bij die gevechten hevig aan
toe met doden en gewonden als gevolg. Naarmate
de geallieerden verder kwamen in hun opmars werd
het voor de MTB's rustiger. Onze kanonneerboten
- Hr.Ms Flores meer dan Hr.Ms. Soemba - werden
voortdurend ingezet voor het geven van vuursteun
op de kust. De Flores kreeg met hulp van de Britten
"nieuwe" (van Hr.Ms. Sumatra gehaalde) 15 cm ka
nons. De Soemba werd eind juli teruggetrokken, de
Flores bleef tot laat in augustus 1944. Naast verliezen
en mislukkingen boekten de bommenwerpers van
de no 2 Group - waartoe squadron 320 behoorde -
ook successen. Squadron 320 nam in de nacht van
10 juni 1944 met zeventien Mitchells deel aan het
bombardement op het hoofdkwartier van de 21e SS-
Pantserdivisie en de opgestelde tanks in het bos van
het Chateau de la Caine; hierbij kwam het grootste
deel van de Duitse divisiestaf inclusief haar com
mandant om het leven. Op 12 juni kwamen Konin
gin Wilhelmina en Prins Bernhard bij het squadron
320 op bezoek. De Koningin reikte aan de aangetre
den 320-ers dapperheidonderscheidingen uit waar
onder 12 vliegerkruizen en 1 bronzen medaille. Nog
diezelfde middag werd door operaties Dunsfold een
maximum effort met alle beschikbare vliegtuigen en
bemanningen bevolen zodat squadron 320 onmid
dellijk in actie moest komen. Koningin en Prins
wuifden hun 320-ers zelf uit. In de avond van 12 juni
Bombarderende Mitchells