Een zeer solide gebouwde kist Beperkte gevechtsduur 13 jachtvliegtuig moest voldoen aan de voorschriften van het 'Handboek for Aircraft Designers'. Een duidelijk door Amerikaanse richtlijnen beïnvloed concept dus en hierin mogen we dan ook de hand van Lt. de Kruijff van Dorssen veronderstellen, die dit soort gegevens via zijn connecties in de USAAC had verkregen. De specificatie voor het nieuw aan te schaffen jachtvliegtuig werd dan ook "om de P-6 Hawk heen" geschreven en is in de onderstaande tabel verkort weergegeven. Interessant is dat in deze specificatie rekening werd gehouden met een motor met aanjager, die echter niet beschikbaar kwam. Ongetwijfeld mede door de contacten in de VS van Lt. De Kruijff bezocht Curtiss export-directeur Major Melvin Hall in juni 1929 Bandoeng, en met succes. In september kondigde de Legercommandant aan dat voor de LA-KNIL een serie van acht Curtiss Hawks was besteld via de Nederlandse agent van Curtiss, de Haagse firma Lindeteves-Stokvis. Tegelijkertijd werd ook aan de Fokkerfabriek opdracht gegeven om een jachtvliegtuig te ontwerpen dat aan een vergelijken de proef met de Curtiss zou worden onderworpen en dan in aanmerking zou kunnen komen voor aanvul lende jagerleveranties. Eisen voor de Hawk jager1, "welke overeenkomen met die, welke in het Amerikaansche leger gelden". Maximum Snelheid op zeeniveau 288 km/u Minimum Snelheid op zeeniveau 95 km/u Plafond (zonder aanjager) 7.500 m. Plafond (met aanjager) 11.500 m. Stijgvermogen (op zeeniveau) 4.500 m in 10 minuten Brandstof en olie voor een vlucht van 2 uur 30 min. op 5000 m hoogte Bewapening: 1x 12,7 mm mitrailleur met 200 patronen, 1x 7,7 mm mitrailleur met 500 patronen Uiteraard was er in Nederland het nodige te doen over deze bestelling in het buitenland. Het liefst zag men natuurlijk de belastingcentjes besteed ten gunste van de eigen industrie, maar bovendien vond kort na de bestelling in november 1929 de grote 'stock market crash' plaats, die de economische crisis van de jaren 1930 inluidde en ook de Nederlandse industrie zware klappen toebracht. Dat ons zuurver diende geld zo naar het buitenland verdween werd nu wel als bijzonder ongepast ervaren. Toch was de beslissing van het Ministerie van Koloniën ten gun ste van de Hawk I te rechtvaardigen, zeker op grond van de kwaliteit van het toestel. Immers, in 1929 had de Fokkerfabriek geen jagertype beschikbaar dat de ontwikkelingsfase reeds had voltooid, hetgeen bij de P-6 zeker wel het geval was. Bovendien was de Hawk zeer solide gebouwd en bijvoorbeeld geschikt voor duikbommenwerpen met volle snelheid en hij kon dan ook bommen onder de romp meevoeren. Bij geen der toenmalige Fokker jachtvliegtuigtypen was dit het geval. Een rapport over de marineversie van de Hawk (de F6C) vermeldt hierover het volgende: 'Capable of ma king almost vertical dives, planes of the Curtiss F6C series gave naval and marine aviators for the first time an aircraft which could execute effectively their new tactic of dive bombing. A marine who flew the F6C described the type as follows: 'beautiful planes to fly, they were very manoeuverable, easy to handle and quite safe too. I mean, you could hardly ever get yourself into difficulty with them. They'd spin like a top. The easiest thing to get into a spin and the easiest to get out. All you had to do was let go of the controls and it came out of a spin by itself. It was a well-trained airplane!' Dit waren bewezen kwaliteiten, die bij een - nog nieuw te ontwerpen - Fokker jachtvliegtuig nog maar moest worden afgewacht. In dit verband is het interessant dat Luftwaffe-generaal Ernst Udet speciaal voor het ontwikkelen van duikbommenwerp-taktiek met fondsen beschikbaar gesteld door Göring in 1933 twee Curtiss Hawks aankocht. De Navy versie van de Curtiss Hawk, de Curtiss F6C-1 Een ander nieuwtje met de Hawk bij de LA werd ge- introduceerd was de buikbrandstoftank. In principe was deze tank afwerpbaar, alhoewel dat in de prak tijk niet erg bedrijfszeker bleek. De buiktank, met een inhoud van 50 US gallon (189 liter), was eigenlijk onontbeerlijk om een enigszins redelijk vliegbereik

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2014 | | pagina 15