Eerste vluchten in Indië
Zes aanvullende toestellen,
Curtiss of Fokker?
15
Het prototype van de Fokker D.XVI verongelukte voor deze kon worden overgedragen.
gekocht moeten zijn, ofwel ongeveer het equivalent
van drie complete Curtiss jagers, hetgeen onwaar
schijnlijk veel is. Misschien had de Curtiss fabriek
- ongetwijfeld de bron van dit persbericht - zich al
rijk gerekend met de mogelijkheid van een aanvul
lende bestelling. Elk positief teken werd natuurlijk
ten volle uitgebuit in die maanden vlak na de grote
Wall Street crash.
Om de LA te assisteren met het invliegen van de
Curtiss Hawk toestellen en het lessen hierop van LA-
vliegers werd door de USAAC een van haar ervaren
jachtvliegers uitgeleend, Lt. Blackburn, die op de Fi
lippijnen was gestationeerd2. Op 6 mei 1930 vonden
op Andir de eerste taxiproeven plaats met de Hawk,
gevolgd door het invliegen op 7, 8 en 9 mei.
Al op 7 mei 1930 maakte Lt. Swartjes als eerste
LA-vlieger een vlucht met de Hawk en drie dagen
later werd de nieuwe aanwinst door Lt. Blackburn
gedemonstreerd op Andir, de hoofdbasis van de LA,
onder aanwezigheid van de Legercommandant.
De toestellen bleken bijzonder weinig kinderziekten
te vertonen en al gauw kon de 1e Vliegtuigafdeling
(l-VA) op Andir haar Fokker C.Ve's en DH-9's inleveren
en volledig overgaan op de Curtiss. Op 11 oktober 1930
vond een grote Luchtvaartdag plaats op Andir, waar
bij de Curtiss Hawk voor het eerst in het openbaar
acte de presence gaf. Niettemin moesten 'wegens
kinderziekten' de Hawks in december 1930 en janu
ari 1931 een aantal weken aan de grond gehouden
worden. Wat de aard van deze problemen was is niet
bekend, maar hield waarschijnlijk verband met
moeilijkheden met de Conqueror motor die zich ook
bij het USAAC manifesteerden.
De acht Hawk jagers waren slechts de gedeeltelijke
eerste uitrusting van de Jachtafdeling. Organiek
moesten er voor een afdeling, inclusief de vijf stuks
reserve, 14 toestellen aanwezig zijn. De aanvullende
zes moesten dus nog worden nabesteld. Zoals reeds
vermeld, was bij de beslissing om de Hawk te kopen
ook besloten om aan Fokker opdracht te geven een
proefexemplaar van een jachtvliegtuig te ontwerpen
dat voor de aanvullende order zou worden beproefd.
Het contract hiervoor (no. 45872) werd op 28 april
1930 getekend. Fokker bood hiervoor de D.XVI jager
aan die in 1928 was ontworpen en in juli 1929 zijn
eerste vlucht had gemaakt. Het voor Indië gebouwde
D.XVI proeftoestel werd, evenals de Curtiss P-6, aan
gedreven door een Conqueror motor die door Kolo
niën ter beschikking werd gesteld. Deze machine
(c/n 5240) maakte zijn eerste vlucht op 20 augustus
1930, maar tijdens de proefvluchten in Nederland
verongelukte het op 20 maart 1931, gevlogen door de
marinevlieger Wulfers, die reeds in Indië bij de LA
gedetacheerd was geweest en een verdere opleiding
had genoten. Het betekende voor Fokker een strop
van ruim 31.000 gulden, want het toestel was nog
niet afgenomen door Koloniën.