Opdracht voor Aviolanda 16 Inmiddels was in het voorjaar van 1930 een delegatie van Aviolanda naar de VS gereisd en verkreeg daar de licentiebouwrechten voor een aantal Curtiss vliegtuigtypen, waaronder de Hawk I. Aviolanda's campagne om meer Hawks te mogen leveren werd kracht bijgezet door een spectaculaire demonstratie van vier verschillende Curtiss toestellen, waaronder de Hawk I demonstrator (NR9110) gevlogen door de toen al beroemde Jimmy Doolittle, die op 8 juli 1930 op het Rotterdamse Waalhaven plaats vond. Dit viel samen met een vliegfeest van de Rotterdamsche Aeroclub en er was dus veel publiek. De Amerikanen, die onder leiding stonden van de hierboven reeds genoemde Major Melvin Hall, Vice-President van de Curtiss Export Corporation, maakten grote indruk, ook bij de Soesterbergse vliegers die toch ook wel wat gewend waren. "Tout Soesterberg vol bewonde ring" schreef Hegener in het 'Het Vliegveld' van juli 1930, met name voor de hogeschool-luchtacrobatiek die Doolittle en twee collega-vliegers ten beste gaven. Een toekijkende marinevlieger verzuchtte: dit was 'grossartig'. Met weemoed staarden wij naar zulke toestellen. Hoe lang nog, voor wij ook eens in zo'n bul zullen rondtollen". Doolittle en collega's hadden bij hun aankomst uit Brussel het Waalhavense luchtvaartwereldje al in verbazing gebracht door niet netjes horizontaal maar 90 graden op z'n kant vliegend boven het veld te arriveren. De Curtiss Hawk van Jimmy Doolittle op Waalhaven Aviolanda deed een aanbod om de zes aanvullende Hawks in licentie te bouwen. Dit was een aantrekke lijk voorstel, aangezien de LA zodoende niet met twee onderling afwijkende typen in de toch al minimale jachtvliegtuigsterkte opgescheept werd, terwijl het beschikbare budget toch in Nederland werd besteed, althans voor een deel, want de motor en vele uitrustingsstukken moesten toch in de VS worden gekocht. Door het ongeval met het D.XVI proefvliegtuig was Fokker te zeer op achter geraakt om aan de leveringstermijn van de LA te kunnen voldoen en daarmee viel de beslissing uit ten gunste van Aviolanda Vliegtuigbouw, die nu voor de zes toestellen een opdracht van Koloniën mocht ont vangen. In dit verband is het opmerkelijk dat in die periode de Haagse firma Lindeteves-Stokvis doorging met adverteren voor de Hawk, met de mededeling 'Alleenvertegenwoordiger' van de Curtiss-Wright Export Corporation te zijn. Dit betrof dan alleen de in Amerika gebouwde vliegtuigen. Overigens bleek het in die tijd van grote bezuinigin gen en elk (belasting)dubbeltje omkeren erg moeilijk te zijn om iedereen tevreden te stellen. Want nu de aanvullende Hawks bij de vaderlandse industrie zouden worden gebouwd, werden er in de Indische Volksraad weer vragen gesteld waarom er niet recht streeks bij de Curtiss-fabriek was gekocht "in welk geval ettelijke tienduizenden guldens zouden zijn bespaard". De regering antwoordde dat de redenen o.a. waren: steun aan de nationale industrie, makke lijker toezicht te houden op de bouw en de moge lijkheid om wijzigingen aan te brengen tijdens de aanbouw en bij eventuele verdere productie. Dit was de extra kosten zeker waard volgens het Ministerie. De Aviolanda Hawk was vrijwel identiek aan het in Amerika gebouwde origineel. Enkele kleine wijzi gingen werden aangebracht. Zo werd de kist bekleed met linnen in plaats van katoen en werd een iets ver beterde Conqueror V-1570C ingebouwd in plaats van de V-1570B. Bovendien moest een verbeterde propel ler worden aangebracht (waarover hieronder meer). Uiterlijk opvallend aan de bij Aviolanda gebouwde Hawks was het aanbrengen van stroomlijnvormige kappen op de hoofdwielen, overigens een modifica tie die in Ned. Indië snel weer werd verwijderd, want bij het landen op de soms modderige, onverharde vliegvelden kwamen deze kappen vol met aarde te zitten en bovendien was het controleren van de wielbanden na de landing vrijwel onmogelijk. Deze modificaties resulteerden in een ca. 53 kilo hoger leeggewicht. De Aviolanda fabriek had geen ervaring met houtbouw en daarom werd de constructie van de houten vleugels uitbesteed aan de firma Pander in Den Haag. Overigens waren de voor het Amerikaanse leger gebouwde Hawks al vanaf halverwege de aflevering

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2014 | | pagina 18