Demonstraties in Nederland
18
De H-1 met invlieger Hein Schmidt Crans
Na overnameproeven werd de H-1 nog enige tijd in
Nederland gebruikt, o.a. voor verdere proefvluchten
door Lt. Terluin. Ook werd er door Aviolanda een
aantal keren acte de presence gegeven met de Hawk
op vliegfeesten en demonstraties. Op 19 en 20 septem
ber 1931 vloog Schmidt Crans de kist voor tijdens
vliegdagen georganiseerd door de Rotterdamsche
Aeroclub (RAC) ter gelegenheid van het bezoek van
de 'Arbeidsgemeenschap van Beiersche Vliegers'. Op
29 september 1931 demonstreerde Schmidt Crans
met de Aviolanda Hawk op Schiphol tijdens de
Vlootschouwdag van de KLM, waarbij ook Koningin
Wilhelmina aanwezig was. Dit festijn werd gevolgd
door vliegvertoningen op 1 oktober 1931 tijdens de
festiviteiten bij de opening van de wekelijkse KLM-
luchtdienst naar Ned. Indië. Beide dagen nam ook de
Fokker D.XVI deel die voor Soesterberg was gebouwd,
voorgevlogen door Emil Meinecke. Dit was een niet
onbelangrijk gebeuren omdat de D.XVI en de hieruit
ontwikkelde D.XVII nog steeds in de race waren voor
aanvullende opdrachten van de LA-KNIL. Uiteraard
leidde dit tot vergelijkingen van de twee typen, doch
tot een echte 'fly-off is het niet gekomen, althans
niet in Nederland. Wel werden in de pers vergelijking
en gepubliceerd, met het doel aan te tonen dat het
Nederlandse product superieur was en dat Indië,
'dus' een kat in de zak had gekocht.
Luchtvaartjournalist Hegener merkte hierover op
dat de twee typen eigenlijk niet te vergelijken waren
omdat de "Hawk hoofdzakelijk bedoeld (was) voor
het doen van aanvallen op gronddoelen, de Fok
ker D.16 is meer bedoeld als luchtgevechtsvliegtuig,
dat, als een alarmsein het naderen van vijandelijke
luchtstrijdkrachten meldt, de lucht in schiet en snel
tot grote hoogten schroeft, om dan op den vijand
neer te duiken." Door gebruik van een supercharger
"kon zoo'n jager pas op grote hoogten, boven de 4500
a 5000 meter, eerst goed zijn krachten ontplooien...".
Ongewild formuleerde Hegener zo reeds de reden
waarom het Indische Legerbestuur uiteindelijk niet
voor de Fokker D.XVI/D.XVII zou kiezen, in Indië ver
wachtte men in die tijd niet aangevallen te worden
door snelle jachtvliegtuigen en bommenwerpers. Op
z'n hoogst zou er opgetreden moeten worden tegen
vliegtuigen afkomstig van vliegkampschepen, die
inferieur geacht werden, of tegen langzame vlieg-
boten. Voorts was optreden tegen 'landingsdivisiën'
van vijandelijke kruisers een waarschijnlijk geacht
scenario en voor al deze situaties was de Hawk meer
geschikt dan een lichtgewicht onderscheppingsjager
zoals de D.XVII. Alhoewel de Curtiss Hawk inderdaad
in 1931-1932 niet meer het laatste woord was op
het gebied van jachtvliegtuigen, moet het Indische
Legerbestuur ook gesteund zijn in het standpunt dat
de Curtiss een afdoende wapen was voor de Indische
omstandigheden door het feit dat ook de potentiële
tegenstander Japan een Hawk I als proeftoestel kocht
dat in maart 1930 gereed kwam. Dit toestel stond
ingeschreven op naam van Mitsubishi en evenals dat
in Ned. Indië het geval was, werd in juni 1930 een
Amerikaanse legervlieger, Lt. Wallace Whitson, van
de Filippijnen naar Japan uitgeleend om het toestel
in te vliegen en Japanse vliegers er op te lessen. Het
kan verkeren!
Ondertussen werden vanaf augustus 1931 langzaam
aan de vijf volgende Hawks door Aviolanda naar het
vliegveld Waalhaven overgebracht. Die maand al wer
den er twee compleet gemonteerd op een dekschuit
van Papendrecht naar de Waalhaven gebracht, aan
wal gezet en via een planken brug op het vliegter
rein gebracht om vervolgens hun eerste vlucht te ma
ken. In 1932 kwamen de Aviolanda Hawks in Indië
aan. Met het voltooien van het Hawk-contract zat de