De Fokker 'proefjager'
komt toch
21
05.02.35 Wachtmeester Wulms stortte met de C-309
neer op de Tangkoeban Prahoe Vlieger gedood.
27.02.36 Twee Hawk's botsen in de lucht bij Rantja
Ekek. Lt. Diepering (C-308) gedood. Lt. van Helsdin-
gen's toestel raakte in een vrille, werd onbestuurbaar
en raakte de andere kist. Van Helsdingen redde zich
met de parachute.
Uiteraard was te voorzien dat men door de in mili
taire bedrijf onvermijdelijke afschrijvingen met het
schamele aantal van 14 jagertjes al gauw weer voor
aanvulling zou moeten zorgen. Zoals hierboven
reeds vermeld kreeg Fokker reeds ten tijde van de
bestelling van de eerste acht Hawks de opdracht om
een concurrerend ontwerp te maken. Hierbij speelde
kennelijk ook mee dat men Fokker toch niet geheel
met lege handen kon laten zitten, alhoewel men
zich niet aan de indruk kan onttrekken dat Fokker
door Koloniën wel een beetje aan het lijntje werd
gehouden, aangezien van het beschikbaar zijn van
geld om de jachtvliegtuigsterkte van de LA-KNIL uit
te breiden niets bleek.
Ondanks het verloren gaan van de D.XVI proefmachine
en de plaatsing van het contract voor aanvullende
Hawks bij Aviolanda, kreeg Fokker in juni 1931 toch
opnieuw de opdracht om door te gaan met het lever
en van een prototype. Inmiddels had de fabriek een
verbeterd jagertype, de D.XVII, aangeboden en op
basis van dit concept werd een aanvullend contract
getekend voor een nieuw toestel dat uiterlijk 1 no
vember 1931 moest worden afgeleverd. Iets verlaat
ging deze machine (c/n 5293) op 27 november 1931
voor het eerste de lucht in. De Conqueror motor
werd aangeleverd door het Ministerie van Koloniën
en juist door deze motor zou het beproevingspro
gramma aanzienlijke vertraging oplopen. Wegens
verscheidene motor-verwisselingen stond de kist
ruim twee maanden aan de grond en de proefvluch
ten werden pas in mei 1932 afgerond. De D.XVII
ging na verscheping en samenbouw op Andir op 7
september 1932 in Indië voor het eerst de lucht in.
Bij de proefvluchten was men in Indië lang niet zo
tevreden als in Nederland het geval was geweest.
Lt. de Kruijff van Dorssen, die het toestel samen
met Lt. Koster invloog, constateerde onvoldoende
stijfheid van de vleugelconstructie, overmatig trillen
van de ailerons en zelfs het rimpelen van de linnen
vleugelbekleding bij hoge snelheden. De constructie
"werkte" zelfs zo zeer, dat de spandraden regelma
tig moesten worden bijgesteld. Bovendien bleek de
Het prototype van de Fokker D.XVII is in Indië slechts weinig gebruikt