Tegenslag met de D.XVII
Vervanging van de Hawk
22
onder de romp van de D.XVII bevestigde benzinetank
de vliegeigenschappen zeer ongunstig te beïnvloe
den, zelfs indien deze tank leeg was. Dit was bij de
Hawk niet het geval, wellicht omdat bij dit toestel
de extra tank dicht tegen de romp was bevestigd,
terwijl deze bij de D.XVII relatief ver buiten de romp
was gemonteerd en dus verder van het zwaarte
punt was gelegen en meer aërodynamische invloed
uitoefende.
Na slechts 19 vluchten te hebben gemaakt werd de
D.XVII zwaar beschadigd bij een ongeval op Andir.
De Kruijff sloeg als gevolg van het breken van een
remkabel op 20 december 1931 over de kop waarbij
de romp werd ontzet en de staart, de rechter onder
vleugel en de boven vleugel werden vernield. Ir. Gaas
tra van de Technische Dienst van de LA beval aan om
de kist niet meer te repareren. Het vertrouwen in
de D.XVII was duidelijk tot het nulpunt gedaald. De
Fokkerfabriek meende de in Indië geconstateerde ge
breken eenvoudig te kunnen verbeteren en overwoog
om gratis nieuwe, versterkte vleugels te leveren,
maar dan alleen als de LA inderdaad van plan was de
D.XVII verder te evalueren. Aldus geschiedde, maar
wel met de nodige tegenzin bij de LA. (Wellicht is
overwogen om de beschadigde D.XVII naar de fabriek
terug te sturen, want er bestaat een kopie van een
zee-assurantiepolis, geldig van 1 t/m 30 november
1933 op '1 D 17 Jachtvliegtuig' ten gunste van Fokker,
ter waarde van 24.300. Voor zover bekend is het
toestel echter in Indië gerepareerd).
Ondertussen zat de lobby voor het nationaal product
ook niet stil. In de pers verschenen in oktober 1932
opnieuw vergelijkingen van de prestaties van Hawk
en het Fokker D.XVII waarbij - terecht - de laatste de
beste score haalde voor wat betreft horizontale (306
vs. 278 km/u) en stijgsnelheid (naar 4000 meter in
7.5 vs. 8.3 minuten). De vergelijking vond plaats op
papier, waartoe de Rijks Studiedienst voor Lucht
vaart (RSL) de eerder behaalde resultaten van de
overnameproeven met de Aviolanda Hawk, evenals
die van de D.XVII, had gecorrigeerd naar standaard
atmosfeer, zodat appels met appels werden vergele
ken. Dat hierbij de Fokker als beste uit de bus kwam
was geen wonder, omdat het in feite een vergelijking
was tussen ontwerpen daterend uit 1929 en 1932.
Bovendien had de Hawk een sterkere en dus zwaar
dere constructie (hij woog ruim 5% zwaarder dan de
D.XVII) maar was daarom juist in staat duikbombar-
dementen uit te voeren, een kwaliteit waaraan de
LA veel waarde hechtte en waarvoor de Fokker niet
geschikt was. Terecht werd er dan ook in Indische
luchtvaartpers hierop gewezen. Verder moet worden
overwogen dat het gewicht van de D.XVII zeker nog
aanmerkelijk zou toenemen, en de prestaties dus
navenant aannemen, als de bovenvermelde gebreken
zouden worden gecorrigeerd.
De enige D.XVII werd na de reparatie ingedeeld bij
de 1e Vliegtuigafdeling met de Curtiss Hawks, maar
voldeed daar eigenlijk niet omdat het in afdelings-
verband oefenen met één zo'n afwijkend toestel
praktische bezwaren opleverde. De Fokker bood dus
vrijwel alleen gelegenheid aan de piloten om 'eens
wat anders' te kunnen vliegen. In mei 1936 schreef
Minister van Koloniën aan zijn ambtgenoot van
Defensie met het aanbod om de D.XVII, met uit
zondering van de Conqueror motor, over te doen
aan de LVA op Soesterberg tegen vergoeding van
de verschepingskosten naar Nederland. Dit aanbod
werd aanvaard en in Nederland diende het toestel,
voorzien van een Rolls-Royce motor, nog tot novem
ber 1939.
In 1934 publiceerde de Commissie Idenburg, die was
ingesteld in september 1933 met de opdracht om
voorstellen tot reorganisatie (lees: verdere bezuini
gingen) van de weermacht in Nederland en Indië op
te stellen, haar rapport, waarin werd bepleit om de
luchtstrijdkrachten van leger en vloot samen te voe
gen. Zonder in details te gaan is het interessant om
te vermelden dat voor wat betreft jachtvliegtuigen,
de Commissie het nodig achtte dat op de vlootbases
Soerabaja en Ambon en de oliehavens Balikpapan
en Tarakan elk 12 jachtvliegtuigen zouden worden
gestationeerd, waarvoor ook 100% reserve aanwezig
zou moeten zijn. Een voor de LA opwindend voor
uitzicht want het betekende een verachtvoudiging
van het aantal jachtvliegtuigen, en dat terwijl de op
dracht van de Commissie was om verdere militaire
besparingen aan te geven! Helaas voor de LA was
de werkelijkheid anders in die tijd van bezuiniging
en handhaven van de harde gulden. Het rapport
verdween dan ook op de bodem van de lade, maar
het geeft echter wel aan hoe inadequaat het enige
afdelinkje Hawk jachtvliegtuigen eigenlijk ook door
een bezuinigingscommissie werd gevonden.
Ondertussen bleef de LA doorgaan met bestudering
van kandidaten voor een opvolger voor de Curtiss
Hawk. Zelfs werd in de herfst van 1934 gekeken naar