Geen nieuwe jagers maar bommenwerpers Het einde van de Curtiss Hawk enerverende belevenis te zijn die als bijzonder nuttig werd ervaren door de commandanten. Het zou een voorbode blijken te zijn van wat het KNIL in 1942 te verwerken zou krijgen van Japanse zijde, maar zover reikte het voorstellingsvermogen toen nog niet. Wel werd in de vakpers met voldoening gesproken over het nuttig effect dat vliegtuigen konden hebben bij het "bestrijden van opstandige inboorlingen". Voorts werden proeven gedaan met een bommenrek onder de romp van de Hawk. Hiervoor werd de brandstof tank onder de romp verwijderd. Ook de Fokker D.XXI heeft uiteindelijk de gunst van de LA-KNIL niet mogen verwerven, want men besloot om, in plaats van nieuwe jagers te kopen, over te gaan op tweemotorige bommenwerpers. De officiële verklaring voor deze ommezwaai is een fraai voorbeeld van het selectief gebruik van halve waarheden, of anders gezegd: het doel heiligt de argumenten. Want ziehier de uitleg van de militaire top zoals die werd gegeven in september 1937 in de Indische Volksraad bij het Regeringsantwoord op het begrotingsdebat 1938 voor het Dept. van Oorlog: "Thans - en naar het zich laat aanzien ook in de naaste toekomst - is de moderne bommenwerper in het voordeel t.o.v. de moderne jager wat gevechts- waarde betreft. Het in belangrijke mate opvoeren van de vliegsnelheid der jagers is gebleken geenszins het te verwachten panacee te zijn, daar het mense lijk lichaam niet bestand is tegen de krachten welke gedurende wendingen bij zulke snelheden optre den". Dit was natuurlijk onzin en toen in 1939 de Kon. Marine erop aandrong om ten behoeve van de luchtverdediging van Soerabaja toch weer jacht vliegtuigen in te voeren, kocht men weer een Curtiss 'Hawk', maar nu de moderne opvolger, de Curtiss H-75A7. Van het lichamelijk niet bestand zijn tegen 'zulke snelheden' was nu ineens geen sprake meer. Het prototype D.XXI heeft nog vanaf april 1937 ter evaluatie in Indië dienst gedaan en werd - zonder dat er zelfs de bewapening nog mee was beproefd - al na enkele maanden bij de Curtiss-afdeling ingedeeld. Hiermee was de koek voor wat betreft de aankoop van nieuwe jachtvliegtuigen in Indië voorlopig op. Op 1 december 1936 werd het oude vliegveld Kali Djati weer in gebruik genomen, nadat het in 1932 wegens bezuinigingen had moeten worden gesloten. Tegelijkertijd werd de Curtiss Hawk-afdeling hier naar toe overgeplaatst. Eerste Luitenant Roelofs, commandant van 1-VA, werd tevens detachement commandant van Kali Djati en Plaatselijk Militair Commandant (PMC). Het was bijna symbolisch voor de nieuwe bommenwerperperiode die een aanvang nam, dat de oude Hawks naar de relatieve eenzaam heid van 'KD' werden verbannen. Overigens zou hier vrij snel ook de Vliegschool van de LA weer worden geplaatst. Een op 7 februari 1937 ter gelegenheid van de heropening van de LA's oudste vliegveld gehou den vliegfeestje kon niet verhelen dat de mannen van de Curtiss Hawk duidelijk beseften dat ze met de laatste etappe bezig waren. In februari 1937 kwa men ook de eerste tweemotorige Glenn Martin 139 bommenwerpers in dienst bij de LA en de Jachtafde- ling deed een van haar laatste, zo niet de laatste, publieksvertoningen op 31 augustus 1937, toen zes Hawks met negen Glenn Martins van de 2e Afdeling in formatie vlogen boven de Koninginnedagparade. De Curtiss-afdeling stond op de nominatie om ook te worden omgevormd tot een Glenn Martin eenheid. Voor het zover was vonden van 4 tot en met 20 ok tober 1937 nog de laatste - voor zover bekend - grote oefeningen, waaraan de Hawks deelnamen, plaats Drie Hawks in formatie

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2014 | | pagina 26