De invasie in Normandië 7 was voor de leiding van de Koninklijke Marine een hele stap om de typisch maritieme MLD-taken (on- derzeebootbestrijding, konvooibescherming, inzet tegen scheepvaart) te moeten inruilen tegen deze typische luchtmachttaak, maar de oorlogssituatie liet hen geen andere keuze! Vanaf medio augustus 1943 werden door squadron 320 vanuit RAF Lasham vooral offensieve bombardementen boven Frankrijk uitgevoerd. De bombardementen waren gericht op verzwakking van de door de Duitsers aangelegde Atlantikwall en de Duitse verbindingslijnen in het bezette Europa, zoals spoorwegemplacementen, hoofdkwartieren, industriële doelen, munitiedepots en troepenconcentraties. Tevens werden gedurende enige tijd V1- en V2-lanceerstellingen gebombar deerd om de onmiddellijke Duitse dreiging van dit nieuwe en onbekende wapen tegen Engeland het hoofd te bieden. Bepaalde operaties van 320 werden geëscorteerd door geallieerde jachtvliegtuigen om de gesloten formaties geallieerde bommenwerpers te beschermen tegen aanvallen van Duitse jachtvlieg tuigen. Hierbij werd ook geregeld het inmiddels in Engeland opgerichte Nederlandse RAF 322 (Dutch) squadron - uitgerust met Spitfires - ingedeeld. Tevens speelde dat squadron een directe rol in de air to air bestrijding van vliegende V1- en V2- wapens. De grootste bedreiging voor de Mitchell-formaties was echter zonder twijfel de zeer effectieve Duitse luchtafweer Flak6 die zware verliezen aan mensen en machines veroorzaakte. De symptomen van een naderende ontknoping aan het westelijk oorlogsfront waren bij het vliegende en technische personeel van het RAF 320 (Dutch) Squadron al enige tijd voelbaar, dit ondanks de zeer strenge geheimhouding en diverse op de Duitsers gerichte misleidingsoperaties van de geallieerden. Allereerst volgde het gehele squadron begin mei 1944 een "battle course" waarin het personeel werd voorbereid op de komende oorlogsoperaties. Er waren oefeningen in het snel verplaatsen met het squadron van de ene naar een andere vliegbasis, oefeningen in het precisie-bombarderen en in formatievliegen bij nacht. Dit laatste werd overigens gestopt toen er bij een andere eenheid twee vlieg tuigen tegen elkaar botsten. Ook werd het squadron qua organisatiestructuur verder in het keurslijf van de Royal Air Force (RAF) gegoten: de technische dienst (TD) van het squadron vormde voortaan een zelfstandig onderdeel met een eigen commandant onder de eigen naam RAF 6320 Servicing Echelon. Hierdoor kon het resterende operationele deel van 320 zich volledig richten op de vliegopdrachten die Eisenhower 'himself kwam vlak voor de invasie op bezoek bij 320

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2014 | | pagina 9