Sergeant majoor Manus Mulder in de cockpit van een P-51
(Foto Benjamins)
H.(Humphrey) van der Roer op Medan waar zij met
open armen werden ontvangen. Op voorspraak van
tweede luitenant Van der Roer zorgde kapitein Benja
mins er voor dat sergeant (Eric) Tempelman, van het
120 Squadron, naar Medan werd overgeplaatst.
voor de aanstaande repatriëring van de vele militai
ren en hun gezinnen, een groot probleem. Zo kreeg
de onderofficier sergeant Sijbers een veldbed in de
onderofficiersmess als slaapplaats toegewezen
Leden van het 122 squadron kijken naar de verrichtingen
van hun collega's. Van links naar rechts: tlt. Vogelaar, tlt.
Vermeulen, sgt. Vijsma, sgt. Sijbers en sgt. Pothoff (Foto Ver
meulen)
Van de bij het 120 Squadron GOS succesvol opgeleide
jachtvliegers van de CVS II groep werden de eerste
luitenant F.(Frans) van der Vijgh en de sergeants
J.(Jan) H.J. Pothoff en E. (Edu) H. Vijsma overgeplaatst
naar Medan waar zij eind december arriveerden.
Van de op 23 december gebrevetteerden van klas CVS
III van de Centrale Vliegschool op Kalidjati arriveer
den omstreeks 17 januari 1950 de tweede luitenants
A.(Ad) G. Vermeulen, W.(Wim) P. Vogelaar en sergeant
G.(Gerard) M. Sijbers in Medan. De ontvangst was
voor sergeant Sijbers op zijn zachtst gezegd verras
send. Hij werd geconfronteerd met een telegram
waarin stond dat de onderofficieren, die op Kalidjati
een half wild varken hadden gekocht om het behalen
van hun Groot Militair Brevet te vieren, niet hadden
betaald. Van kapitein Benjamins kreeg hij drie keu
zes voorgelegd:
- nu betalen ...„maar dat geld zal je wel niet heb
ben?;
- betalen in zo als hij het formuleerde "in draaglijke
pajamenten";
- naar de haven bij Medan Belawan en je ziet maar
hoe je thuis komt.
Het werd dus optie twee en sergeant Sijbers hield er
uiteindelijk een blijvend goede verstandverhouding
met kapitein Benjamins en zijn familie aan over.
De nieuwe vliegers werden op het kampement Polo-
nia bij Medan ondergebracht. De huisvesting vormde
in die tijd, zo vlak na de Soevereiniteitsoverdracht en
Dat de LSK vliegers zich snel hadden aangepast,
blijkt wel uit het feit dat de in techniek geïnteres
seerde tweede luitenant Van der Roer in februari
1950 een bijdrage leverde aan het personeelsblad van
de ML de "Stuurkolom" met een artikel onder de titel:
"van zuiger tot asbak."
De LSK-vliegers, die nog nooit op de Mustang had
den gevlogen, kregen van commandant kapitein
Benjamins de cockpitnotes van de P-51D/K uitgereikt
zodat ze zich deze eigen konden maken. Sm. "Manus"
Mulder zou daarna voor verdere instructie zorgdra
gen. De nieuwe vliegers kregen, rekening houdend
met hun vliegervaring, een uitgebreide mondelinge
instructie over dit prachtige jachtvliegtuig, zijn
vliegeigenschappen en eigenaardigheden. Sergeant
majoor Mulder gaf tweede luitenant Van der Roer de
volgende raad mee: "Je moet de Mustang niet vliegen als
een Spitfire want we hebben er al zo weinig!" De machine
had namelijk de neiging om na overschrijding van de
limieten het heft zelf in handen te nemen. Wanneer
de vlieger de cockpitnotes beheerste mocht het nieuwe
ervaren lid van 122 Squadron los. Toen tweede luite
nant Van der Roer klaar stond voor zijn eerste vlucht,
merkte kapitein Benjamins over de radio op "GMG" of
te wel "Ga Met God".
Bij het squadron beschikte men ook over een AT-
16 "Harvard", de B-422, waarmee voornamelijk het
blindvliegen werd beoefend. De drie vliegers, afkom-