De laatste loodjes 18 Begin 1950 was de H-304 betrokken bij een landingsongeval op Andir (Foto van der Roer) De dagelijkse gang van zaken De nog onervaren Mustang vliegers van de LSK en de GOS van CVS II kregen een apart trainingspro gramma terwijl de ervaren vliegers een zeer beperkt aantal vlieguren maakten. De nieuwe vliegers maakten ook een groot aantal vluchten op de drie bij het squadron aanwezige Harvards. Met deze toestellen werd naast de instructie- en blindvliegen ook landingsoefeningen, radio VHF/DF test- en stunt- vluchten gemaakt. In maart vloog tweede luitenant Determeijer, die eerder het squadron zou verlaten om te repatriëren, enkel nog op de B-418. De andere vliegers maakten de nodige vluchten met de Mus tangs. Op 27 februari vloog tweede luitenant Van der Meulen de tot tweezitter omgebouwde Mustang H-335 met op de tweede stoel de eerste luitenant Van der Bie. Naar aanleiding van deze vlucht schreef de passagier een artikel in de "Stuurkolom" van mei 1950 onder de titel "Dos-a-Dos". De titel was afgeleid van de rug aan rug plaatsing van de stoelen in deze tweezits Mustang. De drie LSK vliegers beoefenden nu vooral het forma- tievliegen, radiovluchten en oefenden in het landen. Zij werden gedurende hun GOS periode in de gele genheid gesteld om met enige regelmaat de boordwa- pens te gebruiken, bommen af te werpen en rockets af te vuren op het schietterrein van Batoedjadjar. Van 18 tot en met 21 februari leverde het 120 Squa dron een bijdrage aan een afscheidsshow in Djakarta waarvoor Mustangs op 1VB Tjililitan werden gede tacheerd. Tevens werd er op 21 februari een groet gebracht aan de overleden kameraden die waren begraven op het Pandoe kerkhof, Van 27 februari tot en met 4 maart werd er opnieuw door de LSK'ers intensief geoefend op het schietterrein. Dit werd in april nog enkele malen herhaald. De vliegers van de GOS opleiding van CVS II kregen echter pas in maart weer de mogelijkheid om gedurende drie aanslui tende dagen schietoefeningen op Batoedjadjar te houden. Dit herhaalde zich daarna maandelijks. Op 13 en 15 mei, één dag voordat de Mustangs definitief aan de grond werden gezet vonden er nog schietoefe ningen plaats. Ervaren vliegers zoals eerste luitenant Jolly, sergeant Dejalle etc. vlogen in januari en februari een zeer beperkt aantal vlieguren en dan waren dat nog voor namelijk testvluchten. Deze vliegers gingen wel elke maand eenmaal schieten op Batoedjadjar. Sergeant Dejalle zou met ingang van maart 1950 overgaan naar 1VRA om daar als invlieger in dienst te treden. Gedurende de maand maart werden met de Mustang nog een groot aantal vluchten gemaakt om met de VHF/DF radio te oefenen en te testen. Na een formatievlucht op 27 maart landde sergeant Van Nieuwpoort met de Mustang H-304 op 2VB Andir. De vlieger had alleen niet gezien dat er aan de start en landingsbaan gewerkt werd en er een kruiwagen op de baan stond. Het toestel raakte de kruiwagen zodat zowel de kruiwagen als de Mustang beschadigd werden. Dit was niet het eerste ongeval van dit toe-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2014 | | pagina 20