Breder Visie en beheer De overheid inclusief defensie heeft met zulke pro jecten al eerder ervaring opgedaan. Alle activiteiten, vanaf het ontwerp, de planning van de bouw, het aanvragen van vergunningen tot en met de oplever ing van de bouw, het ontwerp, de planning en het uitvoeren van de inrichting, alsmede de exploitatie en het onderhoud van de museumgebouwen, het ter rein en de infrastructuur daaromheen worden in het PPS-project voor de eerstkomende 25 jaar uitbesteed. Daar komt bij dat het parlement op 13 februari 2003 heeft ingestemd met de verzelfstandiging van het Legermuseum in Delft en de oprichting van de Stich ting Koninklijk Militair-Historisch Museum. In de Raad van Toezicht op deze stichting worden twee luchtvaart georiënteerde leden benoemd: de plaats vervangend Bevelhebber der Luchtstrijdkrachten en Dr. Martin Schröder. Achteraf gezien werd met deze benoemingen in de Raad van Toezicht 'in zekere zin' vooruitgelopen 'op het voorgenomen samengaan van het Legermuseum met het MLM in een nieuwe mili tairmuseum,' aldus dr. Jan Janssen in 'Onze Lucht macht'3'. En dat niet alleen: ook de privatisering van het nieu we museum lijkt zich hier al aan te kondigen. Maar zover is het nog lang niet. Op het ministerie wil men de problematiek rond het Legermuseum en het MLM nog breder trekken. Een 'stevig advies' van externe deskundigen drs. Riemer Knoop (Gordion Cultureel Advies, Amsterdam) en Rob van Zoest (Kun sthistorisch Bureau d'Arts, Noordeinde NH) in 2005 onderbouwt niet alleen het plan om het Legermuse um en het MLM samen te voegen: het stelt ook voor het nieuwe museum samen met de bestaande defen siemusea van marine, mariniers, marechaussee en Bronbeek4' onder te brengen in een overkoepelende stichting. In de officiële stukken wordt deze sticht ing nog 'Stichting NMM' genoemd; later is in de naam Stichting Defensiemusea een meer conforme benaming gevonden. Als staatssecretaris Cees van der Knaap van Defensie in 2006 na het Advies Museaal Beleid van de werk groep de Tweede Kamer informeert over de Herin richting van het Museaal Bestel en de reorganisatie van de defensiemusea,5' noemt hij het beheer en het onderhoud van de meeste collecties 'onvoldoende professioneel'. Bovendien ontbreekt volgens de sta atssecretaris ook een 'heldere museale visie en een eenduidig beleid.'5) 'Het is niet duidelijk wat defensie precies met zijn historisch erfgoed wil bereiken'. In zijn brief aan de Tweede Kamer stelt hij voor alle defensiemusea onder te brengen in de Stichting Defensiemusea. Tegelijker tijd kondigt de staatssecretaris ook de bouw aan van een nieuw defensiemuseum op de vliegbasis Soester- berg waar de collecties van het MLM en het Legermu seum geïntegreerd worden ondergebracht.5' Formeel is de minister wettelijk beheerder van de museale collecties. Minister J.A. Hennis-Plasschaert van Defensie wil zich echter minder daarmee bezighouden omdat museaal collectiebeheer 'geen kerntaak voor defensie' is.6) Er wordt dan ook besloten taken als beheer en het onderhoud van museale defensiecollecties 'op af stand' buiten de organisatie te plaatsen en over te dragen aan een private rechtspersoon i.c. de Stich ting Defensiemusea. Een dergelijke opzet is ook het geval bij andere verzelfstandigde rijksmusea. De Stichting Defensiemusea kan net zo goed en waar schijnlijk nog beter het cultuur-historische erfgoed van defensie professioneel in stand houden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2015 | | pagina 10