Subsidierelatie Verbondenheid 11 breed en divers publiek. Voor de inrichting van de exposities zijn daarbij keuzes gemaakt die helaas niet aan ieders verwachtingen voldoen. Maar voor het overgrote deel van het publiek is een bezoek aan het NMM een experience. Het expositie van het militair-cultureel erfgoed is zodanig gevarieerd dat de bezoeker zelf goed in staat is zich een beeld te vormen over de taak van de krijgsmacht in het verle den, heden en in de toekomst.6' Met de politiek opgelegde herinrichting van het mu seale bestel bij defensie en het onderbrengen van de defensiemusea in een overkoepelende stichting 'op afstand' geeft het ministerie van Defensie al in 2006 de aanzet voor de eind 2014 bereikte verzelfstandi ging van de defensiemusea. Dat daarmee en met de oprichting van de Stichting Defensiemusea ook de navelstreng met defensie zou zijn doorgeknipt, mag worden betwijfeld. In de corporate communicatie strategie van defensie zal het NMM een platform blijven voor public affairs13' van defensie. Voor wat betreft haar eigen communicatie beleid zal het NMM dat ongetwijfeld nog veel breder willen trekken. Dan gaat het ook om andere publieksgroepen, meer civiel en technisch, zoals de defensie industrie, (mi litaire) luchtvaart gerelateerde ondernemingen, de zakenwereld en het onderwijs. Bovendien is defensie voor de exploitatie van haar vier14' musea een lang durige subsidierelatie aangegaan met de Stichting Defensiemusea. Daartoe wordt jaarlijks een bedrag van 7,5 miljoen beschikbaar gesteld. Ook voorziet defensie de komende 25 jaar in een jaarlijks bedrag van 8,5 miljoen aan het consortium (NMM Com pany B.V.) als beschikbaarheidsvergoeding voor de gezamenlijke exploitatie. Dat is het bedrag dat wordt betaald voor het ontwerp, bouw, financiering, onder houd en de exploitatie van de NMM gebouwen. Alle andere museale aangelegenheden zoals bij voorbeeld de programmering, marketing en sales, de collectie en het beheer daarvan, de invulling en bezetting van vaste medewerkers en de vrijwilligers, zijn voor exploitatie van het NMM. Met deze hiervoor aangegeven substantiële financier ing voor de komende 25 jaar kan niet echt worden gezegd dat de herinrichting van het museaal bestel bij defensie het departement 'op afstand' heeft ge plaatst. Daar komt bij dat het Museumkwartier op de vm. vliegbasis Soesterberg eigendom is en blijft van Defensie.12' Ook de collecties zijn en blijven defensie eigendom. En de minister blijft verant woordelijk voor de ontwikkeling en de uitvoering van een eenduidig museaal beleid.6' Hij of zij benoemt de voorzitter en de leden van de Stichting Defensiemusea. Defensie en de Stichting Defensiemusea maken met elkaar afspraken over de doelen die de stichting zal moeten realiseren.6' De verbondenheid tussen de stichting en defensie, en daarmee ook die van de vroegere Leger- en Lucht machtmusea, wordt voortgezet. De minister zelf noemt het 'een bijzondere band tussen haar ministe rie en de Stichting Defensiemusea'.6' De beoogde 'afstand' tussen het museum en het de partement is misschien toch korter dan aanvankelijk werd bedoeld.... Het zal zeker even wennen zijn, schrijft Jan Janssen in een vorige Spinner.15' Met de totstandkoming van het NMM hebben tientallen mensen van defensie of anderszins bij het project betrokkenen, de afgelopen 15 jaar in enig teamverband of individueel, langdurig of voor

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2015 | | pagina 13