EEN VLIEGEROPLEIDING BIJ DE LVA HERINNERINGEN VAN H.J. VAN OVERVESTE 1985) 19 eerder gepubliceerd in Avia-Vliegwereld begin jaren 50 Elk jaar werden vroeger op Soesterberg twee vliegersklassen opgeleid: een in mei en een in augustus. De eerste bestond uit enkele officieren en onderofficieren, die van andere wapens kwamen. In Augustus werd de opleiding tot reserve-tweede-lui tenant-vlieger gehouden. "Reserve" onder het motto, dat vliegen geen beroep, maar een roeping is. Over dit stel "reserve-zwengels", zoals wij door onze collega's beroepsofficieren genoemd werden, wil ik nu hebben. De klas van 1936(foto: Tony van Ulsen, coll. Ger van Huizen) Ons groepje van zestien man was een mooi stel dwa zen. De uitdrukking: "You don't have to be a fool to be a pilot, but it helps" was onvoorwaardelijk van toepassing. Enthousiasme werd het uiteindelijke grote punt van overeenkomst. Zij die daarnaast het hoogste vliegcijfer kregen, gingen naar de Jacht- groep van "de kapitein", van Weerden Poelman. Daar ontdekten ze dan, dat ze nog niet konden vliegen maar dat werd in een maand of wat verholpen. Met natte ruggen zwoegden ze om de zware C-5 met zijn drieën door een Immelmann te krijgen. Ging dat ein delijk goed, dan kwamen de ranke D-17's. Daarmee werden de Immelmanns steiler gedraaid en volgden de eerste aarzelende loopings, waarbij het "domweg- bovenin-volgas-geven-hoewel-het-nog-niet-nodig-lijkt" veel van het moreel vergde. Verbogen roeren en kromme stijlen, om niet te spreken over stukgebe ten lippen, waren de voorlopers van het juweel, dat Fokker in 1929 bouwde: de D-16, de mooiste jager die ooit gevlogen heeft: harmonisch, licht bestuurbaar, ijzersterk, redelijk snel, het summum van vliegtech nisch genot. Dan waren ze zo ongeveer vlieger. De meer rustigen van de klas gingen naar de "groe pen" en leerden er met waarnemers omgaan, een bijzonder vak, fotograferen, verkennen, radiowerk, verbindingsvliegen, navigatie, kortom heel wat en het is jammer, dat door sommige JaVAnen werd neergekeken op de groeps-vliegers, want toen daar uit een 5e Jachtafdeling werd gevormd, was die net zo goed als de andere vier. Laat ik nu echter iets vertellen over de mensen zelf, waarvan er zo velen werden geroepen om onder de zwaarste omstandigheden met onvoldoende mate rieel ons land te verdedigen. Kapitein Van Weerden Poelman

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2015 | | pagina 21