11
landvliegtuigen, maar het strand bleek als landings
terrein verre van ideaal. Met laag water was het goed
bruikbaar, maar als een vliegtuig te laat terugkeerde
en er was reeds hoog water, dan moest in het mulle
zand worden geland met alle gevolgen van dien.
Er werd een ander veld gevonden ten zuiden van Den
Helder. Dit werd het Marine Vliegkamp de Kooy, dat
later de taak als hoofdkamp van het Marine Vlieg
kamp de Mok zou overnemen.
Wat betreft nieuwe vliegtuigen moest de Marine
Luchtvaartdienst zich nog steeds behelpen met de
vliegtuigen die zo nu en dan aanspoelden.
In oktober maakte bij Noordwijk een Felixstowe F-2A
N4533 een noodlanding, werd geïnterneerd en voor
zien van de registratie L-2 op de Mok in dienst ge
steld.
De Wright Martin R H-1 werd uit de sterkte afge
voerd. Op 12 november werd de Friedrichshafen
FF-49C V-4 uit de sterkte afgevoerd.
In december werden de Curtis H-12 en de Felixtowe
F-2A met de respectievelijke registraties L-1 en L-2 uit
de sterkte afgevoerd.
1919 Gedurende dit jaar werd met de Machinefabriek
Van Berkel te Rotterdam een contract afgesloten voor
de bouw van 35 vliegtuigen van het type Van Berkel
WA (een kopie van de Hansa-Brandenburg W-12). Voor
Nederland werden 5 vliegtuigen afgeleverd met de
registraties W-51 t/m W-55. De vliegtuigen werden op
de Mok gestationeerd. Voor de verbinding tussen
vliegtuigen en de vliegkampen werd nog steeds ge
bruik gemaakt van postduiven. De ontwikkeling van
radioverbindingen vond vertraging.
In maart werd de White Thomson MG-1 uit dienst
gesteld. In april werden Friedrichshafen FF-33L water
vliegtuigen uit Duitsland afgeleverd. Zij kregen de
registraties V-15, V-16, V-18 t/m V-23. Een aantal hier
van bleef op de Mok en een gedeelte werd verscheept
naar Nederlands-Indië.
Een tweetal Van Berkel WA's, de W-60 en W-61
Op 4 mei werd door de geïnterneerde Friedrichsha-
fen FF-49C V-4 vanaf de Mok de eerste vlucht buiten
de landsgrenzen gemaakt. Het vliegtuig was bemand
door de LTZ Bakker en Backer. Er werd gevlogen
richting Terschelling en vandaar de Noordzee overge
stoken richting Jutland. Alles verliep uitstekend
totdat men na 2 uur en een kwartier over moest
schakelen op een andere brandstoftank. De motor
stotterde en bleef stilstaan. Op 30 mijl ten noorden
van Helgoland werd een noodlanding op zee ge
maakt. Na drie kwartier kreeg men de motor weer op
gang en werd doorgevlogen naar Kopenhagen. De
gevlogen afstand bedroeg 650 Km. en was een record
vlucht.
Op 12 mei werd de terugvlucht gemaakt. Boven de
Noordzee begon de motor weer te stotteren, maar
men kon nog net de haven van Terschelling bereiken.
Daar bleek de brandstoftank leeg te zijn. Na te heb
ben getankt werd doorgevlogen naar de Mok.
Nog dezelfde maand vlogen twee Friedrichshafen
FF-33L vliegtuigen de V-22 en V-23 naar Felixstowe
aan de Engelse zuidkust en terug.
Afgeleverd werden weer 2 Friedrichshaven FF-33L
vliegtuigen met de registraties V-24 en V-27 en wer
den op de Mok in dienst gesteld. Op 12 juni vloog de
LTZ G.W. Bakker met de Friedrichshafen FF-33L V-20
van de Mok naar Felixstowe. Op 3 mijl van de Engelse
kust moest hij t.g.v. een motorstoring een noodlan
ding maken. Bij pogingen het vliegtuig naar de kust
te slepen ging het over de kop en zonk. De LTZ Bak
ker en Lt. Plesman werden door de Engelsen aan wal
gebracht.
Gedurende deze maand werden de Friedrichshafen
FF-33L vliegtuigen V-28 en V-29 afgeleverd en op de
Mok in dienst gesteld. In de maand juli werden we-
De Van Berkel WB voor proeven op de Mok, hier nog in
fabrieksbeschildering