"DE MOK"
HET MARINE VLIEGKAMP
7
Cor van Steijn
Met het oog op een oprichting van een eigen
vliegdienst voor de Koninklijke Marine
werden in 1915 reeds plannen gemaakt
voor de aanleg van een vliegkamp in de omgeving
van de Marinebasis Den Helder.
De beste plaats voor zo'n vliegkamp zou zijn de grote
beschutte inham 'De Mok' genaamd en gelegen in de
zuidwesthoek van het eiland Texel.
Het was zeer geschikt voor watervliegtuigen en bood
bescherming tegen stormen. Ook als er buitengaats
een zware zee stond, was het water in de baai vrij
rustig. Het brede strand was bovendien geschikt voor
landvliegtuigen. Tevens kon een klein vliegveldje
worden aangelegd op een stuk opgespoten grond.
Op 16 april 1917 was men met de bouwwerkzaamhe
den zover gevorderd dat de LTZ Thomson met vier
kwartiermakers vanaf Soesterberg op de Mok arri
veerden en begonnen met de inrichting.
Aan de Rijkswerf te Willemsoord was opdracht gege
ven voor de bouw van een communicatievaartuig,
Vliegkamp I genoemd, en een snelle motorboot,
Vliegkamp II genoemd, voor het verlenen van assi
stentie aan in moeilijkheden verkerende watervlieg
tuigen.
In mei 1917 werd begonnen met het overbrengen van
materieel van de Marine reparatie afdeling Soester-
berg naar De Mok.
In deze maand werd de Off. Mach. H. Steensma naar
de Amerikaanse Glenn L. Martin Company gestuurd
om twee Wright Martin R landvliegtuigen en vier
Martin S watervliegtuigen te bestellen. Deze vliegtui-
De Mok begin jaren twintig van de vorige eeuw
gen werden voorzien van de registraties H-1 en H-2 en
J-1 t/m J-4. Deze vliegtuigen werden geleverd in au
gustus en oktober.
Op 25 mei werd met de Thulin fabrieken in Zweden
een aanvullend contract getekend voor twee lesvlieg-
tuigen van het type Thulin K die de registratie B-2 en
B-3 kregen en vijf éénpersoons jachtvliegtuigen, Type
K, die de registratie D-6 t/m D-10 kregen.
Bij de NV. Trompenburg in Amsterdam werd een
bestelling geplaatst voor nog drie Farman F-22 vlieg
tuigen. Zij kregen de registratie A-4 t/m A-6.
Bij de scheepswerf de Amstel werd een reserve boot
lichaam voor de eerder geïnterneerde en in gebruik
genomen White Thomson gebouwd. In juni werd
met de Farman F-22 A-3, bestuurd door de LTZ D.
Vreede en LTZ Nieuwenhuis, een vlucht gemaakt van
De Thulin K 'D-3' op de Kooy
De White Thomson 'MG-1'