11 De in 1930 aangeschafte Fokker D.XVI-jachtvliegtuigen voor het 'alarmeringssysteem' konden volgens Johan Zegers vijandelijke bommenwerpers niet tijdig onderscheppen ning van het veldleger met een verkennings- en waarnemingsdienst. De luchtverdedigingstaak bestond slechts op papier en de aanwezige jacht vliegtuigen werden vooral gebruikt voor het beoefenen van de escortetaak van de verkenners. Voor die primaire focus op de verkenningstaak zijn verschillende oorzaken aan te duiden. In het Nederlandse defensiebeleid tijdens het Interbellum stond de neutraliteitshandhaving centraal. De oprichting van de Volkenbond werd in Nederland met de nodige scepsis bezien en de Generale Staf hield vast aan een omvangrijk leger om aan een neutraliteitsschender het hoofd te bieden. In de politiek-militaire strategie ter handhaving van de neutraliteit was het Veldleger het belangrijkste instrument om de opmars van een eventuele aanvaller in de oostelijke of zui delijke provincies te vertragen. Zo nodig kon het leger zich in de Vesting Holland terugtrekken, in afwachting van de hulp van bondgenoten die een neutraliteitsschending van Nederland niet konden toestaan. In deze strategie was het luchtwapen een hulpwapen voor de ondersteuning van het Veldleger met verkenning en waarneming vanuit de lucht. Ondanks alle scepsis in Nederland over de betekenis van de Volkenbond voor de Nederlandse neutraliteit, rekenden de politici er toch op dat die organisatie de vrede zou bevorderen. Door het Verdrag van Versailles was Duitsland ontwapend, waardoor de dreiging van een nieuwe Europese oorlog in de jaren twintig nog ver weg leek. Wel iswaar werd in de omringende landen gesproken over offensief optreden met bommenwerpers, maar de angst daarvoor had nog niet de vorm aangenomen die Europa in de jaren dertig in zijn greep zou houden. Het in 1922 gekozen legerstelsel-Van Dijk bete kende het vasthouden aan een omvangrijk - en voor het overgrote deel mobilisabel - leger. Maar de bezuinigingspolitiek van de achtereenvolgende kabinetten leidde ertoe dat de voor de instand houding van zo'n leger benodigde budgetten niet werden aangepast bij de militair-technische ontwikkelingen die sinds de Eerste Wereldoorlog hadden plaatsgevonden, zoals de opkomst van het luchtwapen. In deze context stelde minister Van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2015 | | pagina 13