Tweesporenbeleid en toe
komstperspectief
10
De Open Cockpit Dagen werden voor het eerst georgani
seerd in december 1992 en groeiden al snel uit tot een van
de belangrijkste evenementen van het museum. De 13e
editie vond plaats in 2004. (foto: Mischa Keijser)
achttien jaar, af als voorzitter van de Stichting
Vrienden van het MLM. Luitenant-Kolonel J.D. Piëst
nam het roer over van Luitenant-Kolonel M. Botma.
In 2000 trad de huidige directeur aan.
De toekomst van het museum bleef een actueel
thema. Eind jaren '90 werd onderzocht of het Avio-
dome vanaf Schiphol naar het Kamp van Zeist zou
kunnen worden overgeplaatst, zodat beide insti
tuten op één locatie zouden kunnen samengaan.
Een fusie werd daarbij echter niet overwogen. Dit
plan was nog maar nauwelijks van de baan, of de
leiding van de Koninklijke Landmacht en van de
Koninklijke Luchtmacht besloten een stuurgroep
in het leven te roepen om een plan te ontwikkelen
voor het samengaan van het MLM met het Legermu
seum in Delft. Beoogde vestigingsplaats: een locatie
in het midden van het land. Primaire aanleiding
voor deze opzienbarende stap vormde de zeer ma
tige infrastructuur zowel van het Legermuseum als
van het MLM. De voorbereidingen voor de stichting
en de bouw van een nieuw 'Nationaal Militair Mu
seum' werden in 2001 met grote voortvarendheid
opgepakt. Onder leiding van de bovengenoemde
stuurgroep kwam nog datzelfde jaar een museaal
concept tot stand dat mede als basis diende voor de
opstelling van een volledig uitgewerkt programma
van eisen. Vervolgens werd een behoeftestelling
geformuleerd, maar definitieve besluitvorming is
tot op heden uitgebleven. De economische reces
sie en de bezuinigingen bij Defensie zijn daaraan
debet geweest.
De rust aan het front keerde echter niet meer te
rug. Inmiddels was het Kamp van Zeist in 1999 in
tweeën gedeeld. Het zuidelijke deel van het kamp
was tijdelijk tot Schots gebied verklaard om daar
het Lockerbieproces te kunnen accommoderen.
Uitgangspunt van de gemaakte afspraken was dat
Defensie dit "Schotse" gebied na afloop van het pro
ces weer in gebruik zou kunnen nemen. Het liep
echter anders. In het voorjaar van 2002 diende het
hoger beroep tegen de enige nog overgebleven Li
bische verdachte13 en meteen daarna nam Justitie
bezit van de gebouwen en vestigde er een detentie
centrum voor de opvang van 'bolletjesslikkers'. De
stellige verwachting is thans dat Justitie het Kamp
van Zeist niet meer zal verlaten en de bestaande
faciliteiten zal ombouwen tot een volwaardige ge
vangenis. Deze ontwikkeling mist haar uitwerking
op het MLM niet. Aangenomen mag worden dat het
MLM binnen enkele jaren van het Kamp van Zeist
zal vertrekken. De meest voor de hand liggende
optie is dat het museum medio 2008 zal worden
gevestigd in de hangars op Soesterberg-Noord, die
nu nog onderdak bieden aan de helikopters van
298 Squadron en 300 Squadron.
Geconfronteerd met de onzekerheid over de toe
komst besloot de directie van het MLM in de zomer
van 2001 een tweesporenbeleid te volgen: enerzijds
actieve participatie in de plannen voor een samen
gaan met het Legermuseum, anderzijds het streven
naar verdere verbetering van de museale kwaliteit
op het Kamp van Zeist. In dat verband werd in 2001
in de Rambaldohal het Flying Center MLM geopend,
dat met behulp van interactieve middelen een
beeld geeft van de basisprincipes van het vliegen.
Tevens werd in datzelfde jaar een grondige aanpas
sing van de Vreeburghal in gang gezet. Daarbij wer
den nieuwe looproutes aangebracht, evenals nieu
we museale verlichting. Ook kwam in datzelfde
jaar in diezelfde hal een aparte MLD-lijn tot stand.
Een belangrijke aanwinst vormde ook de vaste
presentatie over de geschiedenis van de naoorlogse
luchtmacht, die in het jubileumjaar 2003 werd
voltooid. Vanaf 2001 werd ook de museale kwali
teit van het buitenterrein verhoogd. Uitgangspunt
daarbij was dat de bezoekers zich in alle opzichten
prettig moeten kunnen voelen op het complex van
het MLM. Met enkele speeltoestellen, een prieeltje
en een aantal picknickplaatsen proberen we het
recreatieve en kindvriendelijke karakter van het