ir
Goedkeuring en verzoek om
indiening emblemen
Ministeriële Beschikking
STemmbSS
Goedkeuring of afkeuring?
42
Een voorstel voor het 322 embleem in de
Koninklijke Luchtmacht
dronbadge zou op het vlieg
tuig worden geschilderd met
een middellijn van 47 V2 cm,
en daar omheen een cirkel
vormige rand van 1 V2 cm in
luchtmachtblauw.
Maar op 11 maart 1953 kreeg
de Luchtmacht haar konink
lijke status, en daardoor kreeg
de omlijsting van de badge
ook haar definitieve vorm. De
lauwerkrans waarin de voor
het desbetreffende squadron
specifieke afbeelding werd
aangebracht met daarbovenop
de kroon. Aan de onderzijde
van de omlijsting moest het
squadronnummer op een goud
kleurig ovaal plaatje in zwarte
cijfers aangebracht worden.
En tenslotte werd bepaald dat in een goudkleurige
banderol onder de omlijsting met zwarte hoofdlet
ters het devies van het squadron werd aangebracht.
Op 11 mei 1953 werd bekend dat het voeren van
squadronemblemen in beginsel was goedgekeurd,
en werd benadrukt dat op de vliegtuigen alleen
het eigenlijke embleem en het motto gevoerd zou
den worden, dus zonder omlijsting en Koninklijke
kroon. Bij mijn weten is overigens het voeren van
het motto op het vliegtuig in de praktijk nooit
toegepast. Aan de commandanten van het CTL en
het CLV werd verzocht om indiening van een schets
van het eigenlijke embleem met daarbij opgave van
het gekozen devies (motto) opgesteld in ofwel het
Latijns of het Nederlands. De tekeningen dienden
gekleurd te zijn en vergezeld van een korte toelich
ting waarin het ontstaan en de reden van het ont
werp alsook het motto werden uitgelegd.
Direct op 4 juni kwam van het CLV al een ant
woord met de ontwerpemblemen voor de squadrons
322 t/m 328, elk voorzien van een afzonderlijke toe
lichting. Sommige squadrons waren zelfs meteen al
overgegaan tot het invoeren van de emblemen, en
het aanbrengen op vliegtuigen en borstonderschei-
dingstekens. Dit enthousiasme werd echter direct
van hogerhand uit sterk ingetoomd.
Het 40-jarig jubileum van de Luchtmacht was in-
middels al lang voorbij zonder
dat de badges officieel waren
ingevoerd. De druk was van de
ketel en de tijd werd nu door
de squadrons gebruikt voor het
aanscherpen en verbeteren of
zelfs volledig veranderen van
de ontwerpen. In augustus 1954
werd besloten om de emblemen
voor CTL en CLV onderdelen
bij Ministeriële beschikking
gelijktijdig in te voeren. De
Hoge Raad van Adel had inmid
dels de gelegenheid gehad om
twaalf ingediende ontwerpen
te beoordelen, en keurde deze
allen, met een aantal minimale
wijzigingen goed.
Het uiteindelijke resultaat was
de Ministeriële beschikking
van november 1955. Squadronemblemen mochten
worden ingevoerd, maar alleen op gebouwen en
ter verfraaiing van het interieur! De emblemen en
motto's van het 322 t/m 328 Squadron, 298 en 311,
312, 314 en 315 Squadron werden per dezelfde be
schikking, officieel toegekend.
In oktober 1956 bleek dat op de vliegbasis Eind
hoven de emblemen noch op de vliegtuigen noch
op de gronduitrusting waren aangebracht. Wél
werden de emblemen in de vorm van speldjes door
de vliegers op de burgerkleding, en alleen daarop,
gedragen!
In hetzelfde jaar diende de commandant vliegbasis
Leeuwarden een verzoek in om de emblemen ook
op een nader te bepalen plaats op de vliegtuigen
te mogen aanbrengen. De Chef Technische Zaken
en Materieel werd hiervoor ingeschakeld en in zijn
opdracht werden eind 1956 vier Thunderstreaks
van transfers voorzien en op "houdbaarheid" getest.
Het resultaat van dit onderzoek zal een ieder be
kend zijn...
Zowel embleem als spreuk moesten aan een aantal
voorwaarden voldoen. Het tactische karakter van
het squadron moest duidelijk tot uiting komen.
Maar de emblemen moesten met name ook voldoen
aan de regels betreffende de heraldiek. Dit bleek
een niet altijd even makkelijke opgave, waardoor
menig origineel voorstel uiteindelijk in de prullen
bak belandde