CLXXVII
slag werd toegebracht. Den 13den Januari ontviel
ons door overlijden de zoo zeer geachte bibliothecaris
J. P. J. W. Korndörfïer. Bij de begrafenis op den
17den Januari werd het Cadettenkorps vertegenwoordigd
door een deputatie van 12 Cadetten (4 uit elk studiejaar).
De maand Februari verscheen de maand van car
naval. In het begin dezer maand bereikte ons nog
het heugelijke bericht, d.at de Majoor P. C. de Wilde,
Eerste-Oiïicier aan de K. M. A., bevorderd was tot
Luitenant-Kolonel.
Den 20sten Februari brak dan het lang verbeide
carnavalsfeest aan. Wij kregen eene bijzondere ver
gunning tot uitgaan, zoodat we niet behoefden achter
te blijven bij het zoo echt vroolijk feestvierende Breda.
Den 24sten van deze maand werd door den Gouver
neur voor het front der Cadetten-compagnieën de gesp
Atjeh 18731896" uitgereikt aan den Eerste Luite
nant S. C. Miiller.
Februari verliep en maakte plaats voor de maand
Maart, met hare buien en haar guur weder. De
hoogst onaangename weersgesteldheid liet dan ook
niet na hare uitwerking te doen gelden op den ge
zondheidstoestandreeds in het begin van Maart be
vonden zich dagelijks 20 a 30 verpleegden in de zieken
zaal, een sinds langen tijd ongekend groot aantal.
Het was omstreeks dezen tijddat er een aanvang
gemaakt werd met de door ons op grooten prijs ge
stelde gecombineerde velddienstoefeningen.
Op den 8sten Maart werd ons de order voorgelezen
waarbij de Heer J. D. B. Ophorst werd benoemd tot
bibliothecaris der K. M. A.
12