CLXXXI
Op Maandag 2 Mei werden de lessen voor het eerste
en tweede studiejaar Infanterie en Cavalerie geheel
gestaakt en nam de eigen oefening een aanvang. 5 Mei
werd ons bij order bekend gemaakt, dat de Eerste-
Luitenant J. J. Schuil, leeraar aan de K. M. A., be
vorderd was tot Kapitein.
De lang gevreesde dag, de dag van het overgangs
examen voor het eerste en tweede studiejaar Infanterie
en Cavalerie, was op 16 Mei aangebroken. Den 24sten
Mei werden de beide jongste studiejaren aangesteld
tot korporaal en sergeant, terwijl enkelen hunner
eenigen tijd na aankomst bij het korps bedoelde graden
werden toegekend. Voor de Infanterie en Cavalerie
h. 1.1. en voor die in Ned.-Indië was het overgangs
examen afgeloopen respectievelijk op 27 en 28 Mei;
de op zware proef gestelden konden toen met Pinkster
verlof vertrekken tot den 30sten.
Den 31 sten werden zij vóór hun vertrek naar de
detaclieeringsplaatsen door den Kolonel-Gouverneur
toegesproken, waarna ze 1 Juni vertrokken, niet
weinig benijd door de Cadetten der Artillerie en Genie
die hun examen nog in het vooruitzicht hadden.
Den 4den Juni werd de uitslag bekend van het
overgangsexamen der Infanterie en Cavalerie. De uit
slag 'kon niet bepaald schitterend genoemd worden;
behalve een groot aantal herexamens, waren er 6 van
ons, die in 't geheel niet voldeden. Inmiddels was
voor het oudste studiejaar het officiersexamen aange
vangen. De uitslag hiervan werd ons den 2den Juli
bekend; één candidaat zou nog een jaar in ons midden
moeten vertoeven.