CLXXXIV Allen zullen zijn heengaan betreuren, als dat van een humaan chef, die een ieders hooge achting en genegen heid wegdroeg. Als Eerste-Ofïlcier werd benoemd de Majoor der Artillerie S. I. van Nooten. Om dit jaarverslag echter nog met de vermelding van eene heugelijke gebeurtenis te beëindigen, kunnen we ten laatste mededeelen, dat de Gouverneur ons den 25sten October toestond op 24 November een uit voering te mogen geven in Concordia, ten einde het 70-jarig bestaan der Academie feestelijk te herdenken. Hoewel de tijd van voorbereiding zeer kort was, en er .niet aan te denken viel, een «assaut" te geven, sloeg men toch als één man de handen ineen en begon men met bewonderenswaardigen ijver te oefenen. Geen beter verslag kan door ons omtrent dit feest weergegeven worden dan hetgeen de Bredasche Courant van 27 Nov. d. a v. in een hoofdartikel vermeldde en dat wij hier in zijn geheel laten volgen Het spreekt wel vanzelf, dat de zeventigste herinneringsdag van de oprichting der Koninklijke Militaire Academie niet onopgemerkt zou voorbij gaanhet feit toch is daarvoor van te groot belang, doch het spreekt óók vanzelf, dat er op dezen datum geen aanleiding bestond om feest te vieren op eene wijze als dit heeft plaats gehad in het jaar 1878, toen onze eerste militaire inrichting van onderwijs haar 50-jarig bestaan herdacht. Wat moest het dan zijn'? Geheel in overeen stemming met de omstandigheden, werd besloten

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1899 | | pagina 190