XIII
veel verschuldigd ben, gaf Mij liet voorbeeld van een
edele en verhevene opvatting der plichten, die nu op
Mij rusten.
Ik stel Mij tot levensdoel dat voorbeeld na te volgen
te regeeren zooals van een Vorstin uit het Huis van
Oranje wordt verwacht. Aan de Grondwet getrouw,
wensch Ik den eerbied voor den Nederlandschen naam
en de Nederlandsche vlag te bevestigenIk wensch bij
het Opperbestuur over de Bezittingen en Koloniën in
Oost en West rechtvaardigheid te betrachten, en naar
Mijn vermogen bij te dragen tot verhooging van Uw
geestelijk en stoffelijk welzijn.
Ik hoop en verwacht, dat U aller steun, in welken
ambtelijken of maatschappelijken werkkring binnen of
buiten het Koninkrijk Gij zijt geplaatst, Mij daarbij
nooit ontbreken zal.
Op God vertrouwende en met de bede, dat Hij Mij
sterke, aanvaard lk de regeering.
WlLHELMINA.