29 'k Zoek den orkaandie met reuzige armen Geeselt de zeeën en wouden doet karmen Niets wil ik kennen dan stoutheid en kracht Storm wil mijn levenwant storm is macht. Met woesten drang Zing ik mijn zang, Tredend ontembaar in ijzeren gang. 'k Wil nu aan strijd en aan wapens mij geven Makkers u roep ik tot heldenleven Daar, waar de hoorn tot aanvalsein luidt, Zwijgen de stemmen van vrouwe en bruid. Met woesten drang Zingt nu mijn zang, Tredend ontembaar in ijzeren gang. K o or van k r ij g s 1 i e d e n Met woesten drang Zingen w' uw zang Tredend ontembaar in ijzeren gang. W idubald: Voorwaar, uw zang is wild en krachtig Skalde, Zoo mocht ik graag nog vele hoorenwant Zij doen het bloed ons sneller loopen en verhoogen Den moed in uren van gevaar; een krijgslied Is even veel waard bijna als een leger, Maar ik begrijp niet, dat uw naam nog nooit Mij in de ooren drong, welk oord verlaat gij?

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1899 | | pagina 231