58
hebt als Kadet nog nooit eenige verantwoording anders
dan voor u zeiven gehad, en zij speelt in uwe toe
komstige betrekking eene zeer voorname rol. Kom
laat ons nu eens op dat flaauwe licht afgaanwe willen
een bezoek in de chambrée brengen. Ge ziet, de
Korporaal laat zich toch ook ongaarne snappennaauw
heeft hij onze voetstappen gehoord, of fut! de kaars
is uitgeblazenhij zou zich zelfs gaarne houden als
lag hij te ronken, maar dat's hem onmogelijk; eene
natuurwet, die der traagheid, verzet zich daartegen;
eenmaal in beweging, kan zijne tong niet dadelijk tot
rust komen, en hij rammelt nog steeds door: »de
hielen op dezelfde lijn lijn lijn, en zoo digt bij
elkander als de gestalte van den man man zal ge-
doogen doogen." Arme stakkert, hadden wij hem
maar niet gestoordnu zit het er morgen opomdat
hij zijne theorie niet kent, en de Onder-adjudant speelt
er niet meê. Doch wacht, we zullen hem verlossen.
Kijk nu maar eerst eens rondzoo veel de duisternis
het u toelaat, of liever luister; 'tis geen bekoor
lijke muzijkhé? Een vijftigtal oude soldaten en jonge
recruten liggen in diepe rust te ronken en te snorken
hier droomt er een van Hanne de boerendeernewelke
hemtoen hij in de loting vieleeuwige trouw ge
zworen heeft; ginds ligt er een met zijn getatouëerden
arm over den rand zijner ijzeren krib te wrijven dat
het een aard heeft; hij zet in zijn slaap de poetspartij
aan zijn geweer voort: morgen is het inspectie en de
boel moet blinken," met dat denkbeeld sliep hij in,
doch het doel, waarmeê wij gekomen zijn, bezorgt
hem een heel ander ontwaken.