'72
hebber dekt zij weinig, zelfs zeer weinig; alleen
wanneer de Opperbevelhebber een waar en flink
soldaat isdie militaire kennisaan echten soldaten-
geest paart, die Officieren en manschap tot stipte
pligtsvervulling, trouwe volharding en nimmer wan
kelenden ijver weet aan te sporen, die over den
goeden wil zijner verdedigers beschikken kan, omdat
die wil door hunne krijgskundige opkweeking in zijne
magt gekomen is; alleen dan kan die vesting eene
groote beteekenis krijgen.
Zal nu deze bespiegeling iets bijdragen tot de
ontwikkeling en aanvuring van uwen lust, om het
scherpe zwaard uwer militaire kunde te harden in
het vuur van den echten soldatengeestten einde er
aldus een bruikbaar en den lande nuttig wapen van
te maken? 0! begrijp dan goed, wat ik getracht
heb, er telkens in te doen doorstralen: dat die
militaire geest niet alleen in groote zakenmaar
vooral ook in de schijnbaar nietige, dagelijks terug-
keerende dienstdétails moet aangeblazen worden; dat
dit het werkzaamste middel is om troepen te vormen
die bij het eerste alarmsein slagvaardig onder de
wapens staan, en onmiddellijk gereed zijn, aan het
voorwaarts te gehoorzamen.
Zijt ge hiertoe bereidwilt ge daartoe onafgebroken
meêwerkendan wensch ik het leger geluk met
de aanwinst zijner jonge Officieren; dan zult ge nimmer
uwe taak, hoe eentoonig ook, moede worden, want
het bewustzijn harer belangrijkheid zal u dagelijks
nieuwe krachten geven; ge zult dan tevreden in