p'Xpa' arme kend' ik, stram en blind, Van hairen glanzend zilverblank; Hij droeg zijn leed met vriend noch maag, En uit zijn lippen vlood één klank: »0 God, o goede Vader, geef Mij ééns in het duister licht." Steeds glanzender zijn haarvvit werd, En strammer, uitgeteerd zijn leén; Zijn laatste woord klonk toen de strijd Van 't leven gansch werd afgestreên »0 God, o goede Vader, geef Mij ééns in 't duister licht." Laatst liep ik langs zijn eenzaam graf, En hoord' er stijgen lang gerucht; Het scheen, als prevelde een stem Als 'tlijk zoo kil, met doffen zucht: »0 God, o goede Vader, geef Mij ééns in 't duister licht." Urfelan. 2)e

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1899 | | pagina 291