425
vlug gegaan en de kleine makers waren recht trotsch
op hun werk.
Met de eerste lichtstralen kwamen de elven nieuws
gierig naar den beekrand gezweefd.
»Nasir is ze reeds klaar, is ze reeds klaar?" Lachend
van voldoening knikte het oudje ze toe; zijn oogjes
tintelden van genoegen en zijn zilverbaardje trilde.
Het plompeblad werd losgemaakt en schoot met
kaboutertjes en bloem over den waterval heen.
»0, wat is dat schoon, wat heerlijk," riepen Rankje
en haar zusterkens, zetten de worteltjes in de vrucht
bare oeveraarde en sproeiden schitterende dauw op
het frissche geel.
Door haar zorgvuldige verpleging sproten spoedig
bladeren en nieuwe knoppen aan de plantdie zich
allengs langs het water verbreidde en door de elven
overgeplant, nu overal langs Hollands beken bloeit.
Dit is de geschiedenis van de Nasirsbloemof, zooals
de menschen haar noemen, de primula veris, dat be-
teekent «eersteling der lente", want nog steeds ont
plooit ze reeds vroeg haar teêre blaadjes, om het
eerste gouden zonlicht der lieve lente op te vangen.
Urfelan.